Deze dag las ik op Facebook een interessant artikel over gezien en gehoord worden.
Het ging met name over in de kerk gezien worden.
De schrijver stelt dat het in,bv een Avondmaalsdienst, goed zou zijn de stoelen tegenover elkaar te zetten,zodat dat we elkaar aan kunnen kijken.
Zelf vind ik dat een geweldig idee.
Elkaar in de ogen kijken en in de ogen van de ander Jezus ontdekken.
Dat is écht gezien worden in al je kwetsbaarheid.
Er kwamen verschillende reacties op het artikel.
De meeste toch wel erg sceptisch.
Het zou gekuntseld zijn.
“Ik moet er niet aan denken”
“Ik voel me nú al ongemakkelijk”
“Je gaat elkaar toch niet aan zitten staren?”
Wat ik me dan afvraag is:”waar komen deze reacties vandaan?”
Komt het voort uit niet weten waarover het ten diepste gaat?
Of wél weten,wat vervolgens angst op roept?
Angst je kwetsbaar en transparant op te stellen?
Doorzichtig voor de ander te zijn,roept klaarblijkelijk veel weerstand op.
Zegt dat wat over mezelf of de ander?
Zegt dat ook iets over het woning in mijn eigen binnenste maken voor Jezus?
Want juist in de samenkomst rond Jezus verlangen we elkaar toch écht te ontmoeten?
Dat is waarvoor ik zelf op zondagmorgen mijn bed uit kom.
De herkenning van Jezus in de ander doet mij thuiskomen.
Het is het moment waar 2 harten elkaar raken in het hart van Jezus.
Het ontdekken dat ik niet alleen ben.
Ik moet altijd denken aan de ontmoeting van Elizabeth en Maria.
Hoe het kind in de moederschoot van Elizabeth op sprong,toen Maria,die het kind Jezus droeg,op bezoek kwam.
Zo voelt het ook altijd in mezelf.
Alsof een vreugdevuur in mijn binnenste ontstoken wordt.
Wéér een vlammetje bij mijn eigen vlam.
Maskers af.
Alle schaamte weg.
Wie ben jij?
Hier ben ik.
IK BEN…