Ik stond nog met mijn voeten
in ’t zand van de woestijn.
Een man kwam mij lokken,
met brood en wijn.
Een fluistering zacht in mijn hart
zijn stem,zo zoet al honing.
Mijn lieveling,mijn duifje,
hier,hier is jou woning.
Kijkend naar beneden,
mijn voeten in het zand.
Begreep ik,ik moest kiezen,
één stap, Het Beloofde Land.
De man,genaamd Yeshua,
hij kwam me tegemoet.
Hij waste zelf mijn voeten,
zoals een dienaar doet.
Nu schoon en rein gewassen,
gedragen in zijn woning.
Bemind mij elke dag,
Yeshua,hij,mijn Koning…
,mijn Koning…