Vanmorgen kreeg ik een uitnodiging voor een feestje.
Heel officieel werd me een perkamenten envelop overhandigt,met daarin de mededeling dat ik welkom ben op het etentje van de kerkelijk leiders.
Dat maakt dat ik me bijzonder belangrijk voel nu.
Het is natuurlijk niet zo maar iets: ik ben uitgenodigd bij de opper-dominee van Amsterdam!
Het liefst wil ik het aan iedereen vertellen,want ik ben zo trots als een pauw!Ik ben direct naar een winkel geweest waar Haute Couture kleding wordt verkocht.
Gelukkig kon ik nog een afspraak maken voor vanmiddag.
Nu hangt hier aan een hangertje een prachtige veelkleurige japon.
Dat noem je geen jurk,dat snap je zeker wel!
Een japon!
In de Bijenkorf heb ik een slurp-jurkje van Wolford gekocht voor onder mijn japon.
In de schoenenwinkel,waarvan ik weet dat Koningin Maxima daar haar schoenen koopt,heb ik sjieke bijpassende pumps gekocht.
De visagiste en de kapster gaan net weg,en ik ga me aankleden.
Over een half uurtje komt de taxi voorrijden.
Zo eentje als van het Familiediner.
Hopelijk ziet de hele buurt het wanneer ik word opgehaald…Jongens jongens,wat een opwinding!
Ik ben erg benieuwd naar de andere gasten.
Dat zullen toch ook allemaal wel belangrijke mensen zijn?
Zoals ik?
Zojuist ben ik aangekomen in de prachtige woning van de opper-dominee.
Alle gasten worden officieel aangekondigd,en ik dus ook.
Mijn naam wordt plechtig genoemd en met gepaste nederigheid maak ik een buiging voor de gastheer.
Daarna krijg ik,net als alle andere gasten een heerlijk geurend parfum opgespoten.Aan de wanden hangen schitterende spiegels,goudomrand.
Ik kan het niet laten voortdurend steels mezelf te bewonderen.
Ik vind dat ik er prachtig uitzie!
Helemaal in balans met mezelf!Opeens komen er nog wat andere gasten binnen,een groepje mannen.
Ze zijn normaal gekleed,wat ik best gek vind.
Ik begrijp dat ze wel uitgenodigd zijn,want ze krijgen een plek aan één van de tafels aangewezen,niet ver van mij af.
Wat ik een beetje vreemd vind is,dat hun namen niet genoemd zijn,zoals die van mij.
Tevens wordt er geen parfum uitgedeeld aan deze eenvoudige mannen.
De leider van de groep heeft een lange jas aan,en maakt er blijkbaar geen punt van,want hij ziet er vriendelijk uit.
Zelf voel ik een ietwat plaatsvervangende schaamte,waarvan het me niet duidelijk is of dat voor de gastheer geldt,of de leider van deze groep.
Om eerlijk te zijn overvalt me een ongemakkelijk gevoel van schuld over mijn eigen opgedofte uiterlijk.
Diep van binnen hoop ik dat de vriendelijk ogende man mij ziet.
Maar dat duw ik gauw weer weg,want om nou dit feestje voor mezelf te bederven…nee,dat ga ik niet doen!Maar ik word gestoord in mijn overpeinzingen…
Er is opschudding bij de deur.
Zich niets aantrekkend van de tafelwachten zie ik een vrouw met prachtig lang en glanzend golvende haren binnenkomen.
In haar hand heeft ze een kostbaar glazen flesje.
Ze zoekt met haar ogen,en loopt recht op mijn tafeltje af.
Oh nee he,het is niet waar!
Dat is die vrouw…
Die vrouw..
Maria van Magdala
Moet ze mij hebben?
Ik schaam me dood!Ooohh gelukkig,ze snelt naar de tafel waar die gewone mannen zitten en knielt neer voor hun leider.
De man met de vriendelijk ogen!
Zijn ogen lopen over van,tja hoe noem je dat…Mededogen en Erbarmen.
Dat is het;mededogen en erbarmen!
Ze breekt het flesje open en giet de olie uit over het hoofd van de man.
Het druipt in zijn baard en kleding tot de zomen van zijn lange jas,en vult de hele zaal met een heerlijk geur.
Veel verfijnder dan de parfum van mij!
Daarna masseert ze met haar haren de voeten van de man.
Ze huilt bittere tranen,die toch zoet geuren.
Een bijbels verhaal komt in mijn herinnering,de zalving van de hogepriester Aaron.
Volgens mij een versje dat ik vroeger op school uit mijn hoofd moest leren.
( gelukkig had ik altijd een 10 in mijn rapportje staan bij “Psalmversje)Ik droom weg in een diep verstopt verlangen.
Het lijkt wel of er belletjes rinkelen.
Of is dat een fluistering in mijn eigen hart?Maar nu komt de gastheer tussenbeide,hij wil die vrouw weg hebben,weg!
Uit het groepje mannen komt ook protest.
Eén van hen zegt dat het een verschrikkelijk verkwisting is van die vrouw.
Terwijl er zoveel mensen naar de voedselbank moeten verspilt die vrouw een jaarloon!Maar de gezalfde man neemt het voor haar op.
Hij zegt tegen de gastheer dat hij door hem niet welkom werd geheten en wel door deze moedige vrouw.
En zijn ogen… oh,ik wilde dat hij zo naar mij keek,zoals hij kijkt naar die vrouw.
Ik wilde dat hij over mij zei,wat hij dan zegt:”de goede daad van deze vrouw zal overal bekend worden!”Wat voel ik een verlangen om mijn gewone kleren aan te doen en bij deze man te horen.
Zou ik het durven om bij hem aan tafel te gaan zitten?
Dicht bij hem?
Zo dicht dat mijn lijf zijn lijf aanraakt?
Mijn hoofd op zijn borst leggen…
En dat ik dan ook zo lekker ruik…