Woepie,floepie,ik ben uitgeperst.
Oftewel,mijn ei is gelegd.
In een zacht bed van veertjes en bladeren werd ik uit mama’s lijf gepoept.
Fluweelzacht geland in het prachtige nest wat papa en mama arend speciaal voor mij gebouwd hebben.
Het nest is gemaakt van grote takken en bladeren.
Om eerlijk te wezen,ik had me mijn wieg wel iets anders voorgesteld…
Met kantjes en roesjes,in het mooiste kamertje van het huis.
Maar nee, mijn wieg, is heel hoog bovenop een rotspunt gebouwd.
De dikke takken zijn zo neergelegd, dat het binnen gerieflijk zacht is, terwijl de buitenkant er hele niet zo vriendelijk uit ziet. De stokken steken met hun puntige uiteinden waarschuwend alle kanten uit.
Alsof ze willen zeggen:”waag het niet om dichterbij te komen”.Het is natuurlijk wel erg zorgzaam van papa en mama, ze zijn er heel lang mee bezig geweest.
Ik weet me gewenst en geliefd!Nu lig ik hier heerlijk te luieren in mijn ei.
Alles wat ik doen moet is eten en genieten van de warmte.
Papa en mama gaan om beurten op mijn ei zitten broeden om me warm te houden.
Ze zijn zo lief voor mij.Ik hoor ze verwachtingsvol fluisteren over mijn komst.
Mijn komst…?
Ik ben er toch al?
“Joehoe” roep ik vanuit mijn ei,”ik ben er al hoor!”
Maar het lijkt net of ze me niet horen.
Moet er dan toch nog meer gebeuren dan eten en luieren hier in mijn ei?
Mama gaat weer heerlijk op me zitten,en oh,wat is dat lekker,die warmte van haar lijf.Ik groei en groei…oeps ik groei!
Het ei wordt steeds kleiner, of nee, ik word steeds groter!
Al snel krijg ik het toch wel erg benauwd hier in mij ei-kamertje.
“Help,help”roep ik.
“Mamaaaaa,papaaaaa,help me hier uit.
Ik stik hier…doe iets!”
Er gebeurt niets!
Ze doen helemaal niks om me te bevrijden!Wat nu?
Ik kan hier niet blijven, dat begin ik te begrijpen.
Wat eerst zo comfortabel was, gaat nu mijn dood betekenen, wanneer er niet snel ingegrepen wordt.Wacht, ik ga met mijn snaveltje tikken op het ei.
Wellicht gaat mama me dan helpen.
Ik tik en tik…niets!
Dan zal ik het toch zelf moeten doen, ik moet mezelf uit mijn ei-kamertje worstelen.
Met een harde knal ram ik mijn snaveltje tegen de schaal van het ei.Woooouw….
Wat is het plotseling licht.
Nu merk ik pas dat ik al die tijd in het donker heb gezeten.
En ik zie papa en mama!
Ze kijken in volkomen verrukking naar mij, en ik naar hun!
Pas nu begrijp ik het, toen ze het over mijn komst hadden bedoelden ze dat ik nog uit het ei moest komen!
Ik mag weer lekker tussen hun benen gaan zitten, waar ze me liefdevol bedekken met hun vleugels.
Om beurt verlaten papa en mama het nest.
Dan laten ze zich zweven op de wind, met hun vleugels wijd uitgespreid .
Een prachtig gezicht is dat.
Wanneer ze terug komen nemen ze de allerlekkerste hapjes voor me mee.
Oh, wat is het leven goed hier!
Ik word al een heel grote meid!Maar wat is dat nou?
Ik zit me te koesteren in de warmte en beschutting van het nest, en heb juist besloten hier altijd te blijven, wanneer papa en mama plotseling de stokken van het nest vanaf de buiten kant naar binnen porren.
“Help, help,doe niet zo gemeen.
Het doet pijn.
Hou eens op”
Ik vind ze opeens niet meer leuk!
Ik roep en schreeuw het uit!
“Waarom doen jullie dit?
Stop asjeblieft.
Zijn jullie nou helemaal gek geworden?
Ga zweven op de wind en lekkere hapjes voor me halen, dan kan ik groot en sterk worden!”Potverdikkeme, ze gaan gewoon door!
Ik spring van de ene kant naar de andere kant, om dan opeens te bemerken dat het nest niet meer zo groot is als toen ik net uit mijn ei gekropen was.
Oeps, ik ben alweer gegroeid!
Ik ben sterk!
Weet je wat, ik ga gewoon net buiten het nest zitten, dan kan ik toch nog blijven.
Dat zullen ze toch zeker wel snappen.
Voorzichtig fladder ik naar de bovenkant om tot mijn schrik te bemerken dat er buiten het nest zelfs geen kleinste richeltje over is.
Mijn situatie is hopeloos!
Wanneer ik om me heen kijk, kan ik nergens terecht.
Het nest is niet meer veilig, en onder en boven me is geen enkel plekje waar ik mijn voetjes zetten kan.
Wat moet ik nu doen…
Wie helpt me?
Er is nog maar één uitweg, ik zal me moeten laten vallen. Met mijn ogen dicht waag ik het er maar op…En dan…oh,ik kan niet beschrijven wat er dan gebeurt.
Mijn papa spreidt zijn prachtige vleugels en vangt me op.
Gedragen door de warme wind zweven we samen door de lucht,
Waaauw, dit is leven!
Liefdevol knikken papa en mama naar me, en moedigen me aan, om zelf mijn vleugels te spreiden.
Durf ik dat? Ja, ik doe het!
Ik spreid me uit en bemerk opeens hoe blij ik ben.
De wind draagt ook mij, en in een eindeloze jubel schreeuw ik het uit.
Wat is het mooi om me heen!
Dit had ik nooit ontdekt wanneer ik in mij ei gebleven was!
Wat ben ik mijn papa en mama dankbaar dat ze het nest hebben omgekeerd!
Nu vlieg ik zelf de wereld in.
De wereld die van mij is!
Ik laat me heerlijk meevoeren op de golven van ruimte, vrijheid en licht.
Noot:
Naar aanleiding van een preek van T.D.Jakes over het arendsnest schreef ik dit verhaal.
Dit theaterstuk, want dat is het, is voor mij zo’n bevrijding in mijn denken geweest.
Ik ging begrijpen dat het niet de buitenwereld was die me uit hun midden verstoten, het is al die tijd Vader zelf geweest!
Om te ontdekken wat echte vrijheid is is het vanaf het begin Gods liefde zelf geweest die me deed uitvliegen uit een nest waarvan ik dacht dat het voor altijd veilig was.
Dat daarbij Zijn vreugde over mij mijn grootste kracht is…waaauw,dat is het mooiste wat ik beleven mag!