Kermis.

(Duifje 3)

Vandaag gaan we naar de Kermis.
We gaan rondjes draaien in het reuzenrad en op de bont gekleurde paardjes van de draaimolen.
We gaan zorgeloos zwieren in de schommels zonder misselijk te worden van de vele suikerspinnen en warm verorberde oliebollen.
Maar eerst vertel ik je wat er 10 dagen geleden gebeurde.

Wat een belevenis!
Jezus was met zijn volgelingen,mannen en vrouwen,op de olijfberg.
De trouwe Maria van Magdala,en Zijn nog altijd jonge lieve moeder Maria.
Met hen en vele andere aanwezigen sprak Hij met hen over de tijd die komen ging.
Hij beloofde hun dat ze nooit meer alleen zouden zijn,en dat wanneer ze het goede nieuws zouden vertellen,iedereen aan de tekenen en wonderen zou zien dat ze de waarheid spraken.
Demonen uitdrijven,zieken genezen,ja,zelfs doden opwekken.
Een grote kracht gaat hun vervullen,beloofde Jezus.
Wat een geweldig uitzicht hè?
Daarna zegende Hij zijn vrienden waarna Hij opgenomen werd en de ere plaats naast Vader in mocht nemen.
Daar zit Hij nu op de troon,rustend aan Vader’s rechterhand!


Kun je je voorstellen hoe opgewonden ik ben?
Omdat Hij het over mij had!
Ik,het sneeuwwitte duifje,er wordt op me gewacht.
In Jeruzalem zijn de vrienden eensgezind aan het bidden,in afwachting van de grote dingen die komen gaan.


En nu,vandaag is het Pinksteren,50 dagen na Pesach.
Het altijd durende jubeljaar zal worden ingeluid!
Een eeuwig durende grote verzoendag vangt op deze allang van te voren door de profeten aangekondigde dag aan.
Oh,deze dag zal de geschiedenis van de hele wereld beïnvloeden en op zijn grondvesten doen schudden.
Deze dag,waarop de geweldige gebeurtenissen op de berg Sinaï herdacht worden,zal een nog grotere impact hebben dan die dag.
Nu zal het doel,waarvoor de Wet gegeven is duidelijk worden.
Deze dag gaat het bewijs worden van de vrijheid en liefde die Vader vanaf de schepping bedoeld heeft.
Nu gaat ingezien worden dat Vader geen slaven wil maar kinderen!
Kom,laat je meeslepen in de karavaan “der dwaasheid”

Ik,een sneeuwwit duifje,de verteller van Het Verhaal,ben ook terug in Jeruzalem,waar het een drukte van jewelste is.
Uit de omringende landen zijn veel toeristen toegestroomd,om het feest mee te maken.
Oh,straks wanneer iedereen terug zal keren naar zijn eigen land,zullen ze heel wat te vertellen hebben!
Deze dag,gaat geweldig worden.
Deze dag zal de majesteit van Jezus de heilige stad dronken van plezier maken.

Ik mag…
Ik mag naar de vrienden gaan.
Het is tijd!
Mijn prachtige vleugeltjes klapwieken in een sierlijke cadans en elegantie,terwijl mijn duivenborstje zwelt van geluk.
De vrienden zien me aan komen vliegen en kijken verrukt naar me op.
Van blijdschap over mijn gratie en schittering door de Morgenster,stoten ze elkaar aan en heffen hun hoofden omhoog.
Nu,ja nu!
Nu mag ik mijn kracht loslaten.
Alsof ik afgeschoten wordt,en vanaf een duikplank een 1000 dubbele salto maak,laat ik alle kracht in me los.
Met een luid roekoooee open ik mijn snaveltje en blaas het vuur,wat in me is over hen uit.
Ik ben een vuurspuwend duifje!


Mijn voorbeeld zal over de hele wereld na gedaan worden.
In een zwakke imitatie zullen vuurspuwers hun monden met een brandbaar goedje vullen,en aansteken.
De omstanders zullen verbaasd oh,en ah roepen,maar verder dan dat zal het niet reiken.
Het zal zal niets zijn in vergelijking met mijn vuur.
Mijn vlammen,worden door Vader zelf aangestoken.


De vrienden van Jezus roepen het uit.
Op elk van hen zijn mijn vurige vlammetjes te zien,maar het verteert hen niet.
Er is een heerlijke geur merkbaar in plaats van de penetrante brandlucht van verschroeide haren.
Het is een vuur,dat anderen weer aan zal steken om het goede nieuws te vertellen.
Het is een vuur,zo krachtig,dat het alles in een ander licht zet.
Dat zie je nu al.
In talen,waarvoor ze geen diploma of bachelor hebben behaald beginnen de vrienden luid te getuigen van hun opgestane Jezus.
Het geluid gonst door heel Jeruzalem.

Het is als toen Salomo,de vredevorst de tempel in gebruik nam.
Zo trilt de hele atmosfeer van de grootheid en macht uit de hemel.
De mensen stromen toe,nieuwsgierig aangetrokken door het mysterie van het vuur.
Iedereen hoort in zijn eigen taal,hoe de vrienden getuigenis geven van Jezus.
Dit is nog nooit vertoond.
Deze kakofonie van geluid is haast hysterisch te noemen.
Het is een kermis van blijde dansende mensen!

Volwassenen die kinderen worden.
Deftige profesoren laten elke schroom varen,en in de stoeltjes van de draaimolen zwieren ze gillend en uitgelaten van pret steeds hoger en hoger rond.
Afgestudeerde academici staan zij aan zij met eenvoudige ongelettereden in de rij bij de botsautootjes,waarna ze gierend van pret elkaar de pas afsnijden in hun felgekleurde voertuigen.
Het reuzenrad draait zijn rondjes zoals nog nooit eerder vertoond.
Niemand maalt erom dat de bakjes veel te vol geladen zijn,en schommelen op een manier die gisteren nog levensgevaarlijk was.
De gekleurde paardjes draaien rond,en hinniken luid omdat ze nog niet eerder zulke vrolijke lasten hebben gedragen.

De grijpmachines,die anders de uit de Action vergaarde prullen nooit prijs gaven,zijn nu gevuld met de prachtigste gouden sieraden,bezet met diamanten,saffieren en smaragd.
De klauwen van de grijpers laten hun schatten automatisch los bij de aanblik van de glundering in de ogen van jong en oud.
Ik zie Rebekka verbijsterd haar doffe oude ringen,armbanden en neuspiercing weg smijten,flabbergasted over de schoonheid van haar nieuwe sieraden.
Om zich niet te laten verblinden door de glans en schittering draagt ze een peperdure Guichi zonnebril,haar aangereikt door Eliëzer,
De koningin van Sheba begrijpt nu pas dat de rijkdom en wijsheid van Salomo niet meer dan een schaduw was,van hetgeen er nu ten toon wordt gespreid.
Ik zie Jozef,die zich door zijn broers luid schreeuwend van uitgelaten pret in de echoput laat gooien,waarna zijn familie verkleed in korenschoven zich buigen voor hun dromen dromend broertje.
Rachab staat trots en fier boven op een berg opgestapelde bierkratten,in haar handen een lang karmozijn roden koord,waarmee ze het spel verspiedertje vangen speelt.
De schatten van de wijzen uit het Oosten verbleken wanneer ze uit de hand van Petrus zakken vol mirre en specerijen ontvangen.
Een aanhangwagen beladen met goustaven,staat klaar om wanneer ze weer terug zijn in het Oosten,uitgedeeld te gaan worden aan het gewone volk.
Simson wappert koket met zijn lange pijpenkrullen en speelt samen met Leah,gepassioneerd het toneel spel”Simson en Delilah.”
Zoals prins Claus zich bevrijdde van zijn knellende stropdas,rukken door hun overgewicht door de kansel gezakte Reformatorische dominees hun witte bef af,die hen onderscheide van de graatmagere Evangelische in spijkerbroek en T-shirt geklede pastors,
Heupwiegend met de handen hoog in de lucht,bewegen ze zich samen naar het Schommelschip waar men eensgezind het net aan de andere kant uitgooid.

Vandaag kan alles!
De hele wereld staat in Jeruzalem op zijn kop!
Oliebollen,rijk bestoven,worden met tientallen opgesmikkeld.
Het vet vermengt met de poedersuiker,loopt in smalle witte stroompjes langs de mond van de etende smulpapen, en vormt een plasje in de plooitjes en holte van hun keel.
Met de overgebleven oliebollen worden gooi en smijt wedstrijdjes gehouden,al spoedig gevolgd door het elkaar bekogelen.
De felgekleurde suikerspinnen vinden gretig aftrek,in alle kleuren van de regenboog.
Groot en klein smeert het goedje in elkaars haren en giert het uit!
Spuitbussen worden uitgedeeld,waaruit neon kleurig poeder de kleverige kleding en haren van de mensen er nog grotesker uit laat zien!
Iedereen omarmt elkaar en blijft aan de ander plakken.
Het maakt niet meer uit.
#metoo heeft een hemelse betekenis gekregen.
Alles is omgedraaid.
Hier hebben de mensen van gedroomd,weer kind te zijn,en je te kunnen laten gaan zonder enige gêne.
Niet meer na te hoeven denken over wat een ander er van denkt of zegt.
Want die ander is net zo!
De schaamte voorbij!
“Hier ben ik voor gemaakt”zo voelt het voor iedereen!
“We zijn broertjes en zusjes en spreken dezelfde taal!
We klinken anders,maar toch hetzelfde.”

Lachend vertellen ze het elkaar:
“Eindelijk is het verlangen vervuld,één te zijn.
Zoals bij de bouw van de toren van Babel.
Toen wilden we één zijn door zelf naar de hemel op te klimmen,nu zijn we één omdat vanuit de hemel God af daalde naar ons.
Wat zal God gelachen hebben om onze dwaasheid,toen hij neerkeek op ons.
Toen spraken we een taal in dezelfde klanken,waarbij we elkaar niet begrepen,nu loeien we als koeien een taal in een kakofonie van onverstaanbare klanken zonder Babylonische spraakverwarring!”

Vol zelfspot bekijken ze elkaar in de lachspiegels,en slaan elkaar joelend op de borst,om hun idiote verwaandheid,te denken dat ze door een toren te bouwen,de hemel in bezit konden nemen.
Wat een hilariteit.
“Wat zijn we dom geweest luitjes.”
Het grappige is dat ze er om grinniken kunnen,en als bevrijde mensen plezier hebben in wat hun eerder onmogelijk leek

Drieduizend mensen…hetzelfde aantal als de grote stapel doden,die bij de Sinaï omkwamen na het dansen om het gouden kalf.
Achtergebleven in de haastig gedelfde graven,om vruchteloos te verteren en één te worden met het het stof van de woestijn.
En nu…
Drieduizend mensen,die dansen om de overwinning,behaald door het sterven en opstaan van Jezus…
Drieduizend mensen in het badwater van geloof ondergedompeld beleven een bevrijding waar ze al naar hunkerenden vanaf hun vormeloos begin.
De ervaring opnieuw geboren te zijn is een niet te bevatten werkelijkheid geworden.
Drieduizend mannen en vrouwen,die de woestijn waar ze voortaan hun voeten zullen zetten,laten veranderen in een bloeiende rozentuin.


En daar zie ik Zijn moeder,Maria,alsof ze weer maagd is.
Dromerig als in trance laat ze zich eindeloos rond draaien op een van de felgekleurde paardjes.
Het meisje,dat ik bevrucht heb,en vandaag Jezus voor de tweede maal in haar binnenste geboren heeft laten worden,om Hem nu voor altijd mee te mogen dragen,voor eeuwig en eeuwig!
Het meisje,nu een vrouw,die de woorden sprak:”mij geschiede naar Uw woord”
Vertederd door haar schoonheid laat ik me landen in haar open handen.
Ontroering doen haar ogen blijdschap tranen.

Precies in het midden van het kermisterrein staat een reusachtge boom,die met frisse groene bladeren verkoelend schaduw biedt aan degeen die even rusten wil.
De sappige oranjeappeltjes mogen vrij geplukt worden,daar de slang niet meer is dan een pluchen tochtstrip.

Wat een uitbundige stemming heeft mijn vuur teweeg gebracht.
Iedereen die zijn ik kwijt was heeft zijn oorspronkelijkheid terug gevonden in mijn levend brengende opstandingskracht.

Alle scherven van het leven,die slapeloze nachten,vol van wanhopige schuld,schaamte,pijn en verdriet tot gevolg hadden,het past allemaal weer in elkaar.
Als porseleinen kop en shotels,die in duizend stukken op de grond lagen en door een onzichtbare hand opgeraapt,met bloedrode lijm weer in elkaar zijn gezet.
Als kapot gesmeten kristallen vazen,die met hun glassplinters bloedende wonden gaven.
Wonderbaarlijk geheeld van hun butsen,staan ze nu gevuld met witte rozen welriekend te pronken in de huizen,waar men elkaar eerder nog de hersens insloeg.

Het deert ons niet,dat de vrome Farizeeën en Schrifgeleerden de spot met mij en de mensen die ik met mijn vuur heb aangestoken drijven.
Laat ze toch lachen en spotten.
Laat hen in de waan dat we vol zoete wijn zijn.
Dat zijn we ook,het bloed van Jezus stroomt als vreugde gevende wijn door onze aderen.
Laat hen maar zeggen dat we dwazen zijn.
Dat zijn we ook,het woord dat ik met mijn vuur kracht bijzet is ook dwaas.
Het heeft alles omgedraaid.
Wat hiervoor nog normaal was is nu abnormaal geworden.
En andersom ook.
De dwaasheid van het Evangelie zal tot vrolijke en bevrijde harten leiden.


Oh,wat ben ik gelukkig!
Laat er zang en dans zijn in de huizen.
Laat de vrede en vreugde des Heeren de kracht zijn waarmee het leven zijn bestemming krijgt.
Dit is mijn doel,vanaf het begin!

Ik,een sneeuwwit duifje,in de hemel bewaard en nu losgelaten.
Zoals ik losgelaten werd door Noach,en uiteindelijk een rustplaats vond om,om een nest te bouwen in een nieuwe wereld.
Zo zoek ik ook nu steeds een rustplaats in de harten van degene die zijn opgestaan in een nieuw leven,en verlangen naar mijn vuur.
Waarin ik met onuitsprekelijke verzuchtingen Abba,Abba fluister,Abba Abba…daarmee de wetten in hun hart schrijvend.

Soms zie ik andere nesten op de hoofden van mensen.
Het nest van roofvogels,die stinkende rotte eieren gelegd hebben.
De bedorven eieren verhard hun hart,zodat ik geen toegang meer heb voor mijn nestje.
Zonder het zelf te willen, gooit men voor elkaar de glazen in,zelf machteloos bloedend in duizend stukken uiteen vallend.

Maar ik geef het nooit op.
Tot aan het einde van deze tijd blijf ik een vuurspuwend sneeuwwit duifje.
Zoekend naar iemand die zich op wil laten rapen.
Speurend naar een porseleinen kop en schotel,dat smeekt weer in elkaar gezet te worden om daarna feest te vieren op de tafel van een high tea vol geurige vers gezette thee en zoete lekkernijen.

Tot de dag komt,die grote dag…
De dag van de voltooiing.
De kroningsdag van Jezus waarbij Hij alle heerschappij uit handen van Vader ontvangen zal.
De huwelijksdag van bruid en bruidegom.

Ik,het sneeuwwitte duifje,wacht op die dag.
Ik zie uit.
Jij ook?

Auteur: tinyonline

Ik word blij van zelf nadenken i.p.v. napraten

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: