Vissend schaapje.

De mannen in de vissersboot worden een beetje uitgelaten,
Petrus als eerste, doet zijn lange vissersgewaad uit,( hoe ze daarin werken kunnen is me een raadsel )en springt overboord.
De anderen volgen al snel, waarna het al gauw een stel kleine kinderen lijkt, proesten en spartelend plezier makend in het water van de zee.

Ik kijk mijn ogen uit…
Een stel stoere knappe mannen, het is een lust voor het oog.
Zo vaak kan ik nou ook weer niet genieten van zo’n jolig gezelschap van het andere geslacht, dus ik ga er eens goed voor zitten.
Gelukkig heb ik een grote zonnebril op mijn neus, zo kan ik me stiekem vergapen aan deze spierbundels en sixpacks…
Ghighi, wie weet vinden ze het zelfs wel een beetje leuk, een jonge vrouw die hun “bespiedt “
Het is een grappig schouwspel.
Even vergeet ik de last in mijn eigen hart.

Ondertussen zie ik van de andere kant nog een man het strand op komen slenteren.
Hij zet zich zo’n 50 meter verderop neer in het zand.
Ik zie dat hij ook geïnteresseerd is in de groep kind- jongetjes, die hij geamuseerd glimlachend gade slaat.
Deze klimmen ondertussen één voor één weer aan boord om zich in de zon te koesteren aan de warmte.
In mijn ooghoek zie ik een rookpluimpje opstijgen bij de net aangekomen man.
Hij is bezig een vuurtje aan te maken van wat bij elkaar gejut hout.

Ik bekijk deze man nog een goed, hij heeft iets bekends over zich.
Waar heb ik hem toch eerder gezien?
Ik pijnig mijn hersenen maar het komt niet boven.
Gebiologeerd blijven mijn ogen aan hem plakken, en hoop dat ik niet te vrijpostig over kom, al begin ik me ook wel wat te generen voor mijn gestaar.
Straks komt hij nog met een centenbakje…

Hij roept wat naar de vissers;
“Kinderen, hebben jullie iets te eten”
Grappig, hij noemt deze stoere spierbundels, nou ja eentje dan niet zo, kinderen.
Maar ja, ze hadden niets gevangen natuurlijk, dus dat zeiden ze ook.
De man geeft een buitengewoon vreemde opdracht, recht tegen alle regels van het vissen is, zegt hij dat ze hun net niet een bakboord, maar aan stuurboord uit moeten gooien.
Het is ochtend dan ga je niet meer vissen toch?
Hij weet helemaal niets van vissen, dat blijkt, of alleen om ze te bereiden waarschijnlijk.

Maar Petrus en zijn vrienden hebben er zo te zien wel vertrouwen in.
En ach, baadt het niet, dan schaadt het niet…
Het baadt!
Al snel roepen de vissers dat het net niet te tillen is.
Het barst van de vis.
Wie is toch die man?
Is hij heer over de vissen, en heeft hij ze deze kant opgestuurd?
Recht in het net van deze groep mannen?

Wanneer de mannen met het overvolle net aan land komen, ligt er al vis en brood op het vuur, waar de vissers zelf ook een paar van hún gevangen visjes bij mogen leggen.
De man, waarvan ik noch steeds niet weet waar ik hem ontmoet heb, blaast het vuur goed aan.
Het gaat prachtig smeulen, roodgloeiend gaart het de visjes en het brood.

Het is net alsof alles wat deze man doet een dubbele betekenis heeft.
Of hij nou zwijgt, spreekt of handelt.
Wie is hij toch?
Zou hij mij verlossen kunnen van mijn schuld en schaamte over de moord op de timmerman?
Zou ik aan hem durven vertellen dat ik niets gedaan heb om te voorkomen dat een onschuldige man gedood werd.
Ik wist het al lang te voren, ik had voorkennis.
Die blik van die man, het is in mijn ziel gebrand.
Als het merkteken van een slavin, heef de blik van de man die nacht, oh díe nacht, waarin ik hem verraadde, een eeuwigdurende tatoeage in mijn hart geprikt.

Waarom deed hij zelf dan ook niets, hij stond daar maar, als een lam dat naar de priester werd gebracht om als zondoffer geslacht te worden.
Hij droeg zijn boeien zoals ik mijn gouden en zilveren armbanden draag.
Het leek zelfs wel of er bedels rinkelden, maar ja, dat zal mijn fantasie wel geweest zijn.
Misschien sus ik mijn geweten door mezelf wijs te maken dat hij het zelf wilde, hij wilde dood gaan…
Hij sloot mij zelf buiten, toch?
Maar waarom dan?
Waarom koos hij de dood?

Uit de diepte van mijn ellende klinkt een rauwe schreeuw;
“ wie zal mij vrij spreken van mijn grote schuld? “

Meteen schaam ik me daar dan weer voor.
Schuld op schuld, schaamte op schaamte…oh God, de berg wordt steeds hoger en onbegaanbaarder.
De man legt zijn visje neer, en komt naar me toe lopen.
Nee zeg, ik heb het feestje verstoort, het was zo gezellig, en nu heb ik het bedorven!
Hij zal me vragen mij een beetje in te houden, en mijn geschreeuw voor thuis te bewaren.
Maar ik heb niemand aan wie ik het vertellen kan, iedereen is schuldig.
Zelfs die Petrus met zijn stoere spierballen, is weggelopen en huilde later bittere tranen.
Hij denkt dat ik het niet gezien heb, maar ik stond ook buiten te huilen van verdriet om de timmerman.

Ik krimp alvast wat in elkaar, en bereid mijn 1000 maal excuses voor, wanneer er een hand op mijn schouder wordt gelegd.
De man gaat naast me zitten, pakt mijn gezicht en kijkt me aan.

Bliksem en donder…
Mijn hoofd barst bijna, ik hoor alles in me suizen.
Alsof de regen met bakken uit de hemel komt en ik samen met hem onder een paraplu zit en deze vierkante meter de hele wereld is.
Samen met hem, in een cocon, terwijl het om me heen noodweer is.
Alsof deze stortbui lang van te voren is aangekondigd, precies voor nu, op deze plek, met deze man!
Hij is het, hij…
Nu begint het ook uit mij te stromen, een eindeloze stortregen tranen van pijn en schuld.
Ik voel me vreselijk ongemakkelijk, en toch zo veilig vertrouwd.
Als een moeder legt hij zijn armen om me heen, zonder mijn tranen te willen smoren.
Hij geeft me de ruimte en die neem ik.
Zijn blik spreekt enkel liefde en erbarmen.
Zijn glimlach moedigt me juist aan mijn tranen er tot de laatste uit te persen.
Alles komt samen, zoals in die nacht bij het vuur.
En wij, hij en ik, we zijn het middelpunt!
Hij geeft me zelfs het gevoel dat alleen ik dat ben, ik ben zijn middelpunt.
Hij hoeft niets te zeggen, de stortbui heeft alle stof weg gewassen.
Hij stond daar voor mij.
Hij was geboeid zodat ik vrij kon zijn.
Hij werd geslagen zodat ik heel mag zijn.
Hij koos de dood, zodat ik leven kan.
Hij stond op, gelukkig het is waarheid, hij stond op uit het graf, en ik lig in zijn armen, hier op het strand van Tiberias.

Liefdevol zegt hij:
“ dankjewel dat je mijn dood niet voorkomen hebt.
Dat je me de Via Dolorosa liet lopen, en toestond dat ik aan het kruis werd getimmerd, ik de timmerman uit Nazareth.
Ik werd door de hamer en spijkers van mijn vader zelf daar aan geslagen, het moest, het was het enige wat de muur tussen jou en mij in kon laten storten.”

Inderdaad, de muur om mijn hart is verdwenen, hij mag alles zien!
Met zijn mooie lippen kust hij mij hartstochtelijk, als een bruidegom die voor het altaar wachtte op zijn bruid.
Hij wachtte op mij.
De sluier van schuld is weg, en hij kust me…
Ga door,
Ga door…

Aan zijn arm heeft hij een glanzende slavenarmband die hij voorzichtig afdoet en om mijn pols schuift.
“ nu ben je van mij, mijn duifje, wil je dat?”
“Ja, Heer, dat wil ik” fluister ik vol ontzag.
“ ik ben zo trots op je, lieveling, dat je de moed had aan Petrus te vragen of hij bij mij hoorde.”
Daarmee was je de de spil van een oude profetie.”
Je mocht een visje van jezelf bij mijn visje leggen.
Wat een samenwerking mijn liefste.
Voortaan ben je visser van mensen.”

“Kom mijn duifje, je mag erbij zijn als ik Petrus herder ga maken van mijn kudde lammetjes.”
Wat een eer, ik ben zo gelukkig!

Ik heb een nieuwe baas, en mijn slavenarmband is het bewijs!
Glanzend bungelt hij als door de hemel verlicht om mijn pols.
Het zal iedereen opvallen, dit prachtige sieraad!
En dan mag ik vissen…

Maar nu eerst naar Petrus.
Ik ben het eerste lammetje dat hij weiden mag.
Hoeden mag,
Voeden mag.

Bêh, bêh , ik ben een levend offer voor het Offerlam!
Een levende steen in de verlovingsring aan zijn vinger.
Ik schitter…

Auteur: tinyonline

Ik word blij van zelf nadenken i.p.v. napraten

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: