Tijdens de zomervakantie zijn we vroeger een paar keer met een bootje wezen varen.
Zo eentje waar je echt mee op vakantie gaat.
Een caravan op het water,maar dan leuker!Op het water is de wereld anders.
Je kan elke dag op een bekende weg langs een rivier of kanaal rijden,maar wanneer je dat water bevaart, leef je in een andere wereld.
Een nieuw te ontdekken wereld!
Sowieso is je gezichtspunt anders, omdat water altijd iets lager ligt dan de weg.
En dan het tempo…als je behoefte ontstressen is, is een boot-vakantie de beste manier om tot rust te komen.
Op het water gaat alles in een laaaa laaaa laaaa tempo.
Ga je op de weg met 100 km. per uur van A naar B, de boot dwingt je tot rust door geen haast te maken en je voort te bewegen met zo’n 8 km. per uur.De andere kant is ook waar…
Heb je behoefte aan nog meer stress dan op je werk, waarom je opgejaagd door dead-lines s’nachts in je nachtmerries je baas nog met een mattenklopper achter je aan ziet rennen, dan moet je zeker ook gaan varen.
Tenminste, wanneer je gaat letten op alle andere beste stuurlui.
Je doet je zelf het grootste plezier door je niet te ergeren, aan de mede kapiteins maar je te verwonderen…
En dat is dan ook weer de overeenkomst met de “gewone” wereld.Op de weg ben je namelijk een rijbewijs nodig, op het water mag iedere piraat het water op wanneer het schip niet groter is dan 14,95 meter.
Dat is waarom de meeste ” plezierboten” niet meer meters hebben dan tot net geen 15 meter.Die meters, dat is ook een dingetje…
Wanneer je s’avonds hebt aangemeerd in een gezellig haventje ,komt rond 18 uur de havenmeester.
(En wanneer je net je duikoefeningen aan het doen bent, komt hij later echt weer terug…)
De havenmeester komt havengeld innen en omdat je per meter boot liggeld betaald, vraagt hij :”hoeveel meter?”
De taal op het water is dus ook anders.
Ik zei al, je komt tot in een heel andere wereld…We gingen dus op vakantie met vader en moeder, varen met de werkvlet van ome Jan.
Wat heerlijk dat je als kind totaal geen weet hebt van de inpakstress van moeder.
Je gaat er gewoon vanuit dat alles in orde is, want dat is het ook altijd.
Wat een mooie herinneringen bewaar ik aan die vaarvakanties.Vader had zijn werk op het water, we hadden de allerbeste kapitein en stuurman aan boord.
Hij was thuis op het water, dat zag je aan alles!
Nog, wanneer hij het over het varen heeft, beginnen zijn ogen te glanzen…
En daar heeft hij mij mee besmet!
Een zeer prettige virus moet ik zeggen!Op een dag, vlakbij Stavoren was het vreselijk onstuimig op het water.
Maar vader stond aan het roer, hij voer ons veilig aan de kant.
De wereld is dan helemaal grijs, de scheiding lucht/water valt weg.
Het spannende van die dag was dat we 2 waterpolities aan boord kregen om te schuilen tegen het geweld van de natuur.
Moeder zette een bakkie en vader kon zijn hart ophalen met “krozen”
met de mannen.Maar wat een angsten kun je als kind ook onnodig beleven.
We lagen een keer in een sluisje.
Nou, dat is een belevenis hoor!
Dan is het zaak te zorgen dat de stootwillen op juiste hoogte hangen, en goed rekening te houden met de windrichting.
Maar ach, als kind vertrouwde ik op vader…
Behalve toen in dat overvolle sluisje.
Ik kan me nog goed herinneren dat we vlak naast een klein houten zeilbootje lagen.
” Oelewapper” heette het.
Wat was ik bang dat we een gat in dat bootje voeren…
Zó bang dat ik in de kooi, mijn slaapplek voorin de punt, onder de dekens ging bidden.
In mijn angst zag ik vreselijke drama’s van zinkende bootjes en verdrinkende mensen.Grappig om te bedenken dat het moment van angst dat vader het niet goed deed, me naar Vader deed vluchten.
Ik zie mezelf nog zitten, mijn handjes in angst tot vuisten gebald, mijzelf verstoppen onder de dekens alsof waar ik bang voor was dan niet gebeurde.
Me afsluitend voor alles en iedereen hopend op een wonder.De gevaren van de wereld om me heen waren op dat moment te overweldigend.
Onder de dekens zocht ik naar het enige houvast,
Vader!En Vader liet niet gebeuren waar ik zo bang voor was, Hij is immers de Alder, Alder beste stuurman!
Ook als je” groot” bent kun je veel onnodige angsten hebben.
Het leven brengt je op plekken waar geen scheiding meer is, waarheid/ leugen, schuld/schaamte…Vader vraagt maar één ding:
“Geef mij het roer mijn kind”
Wat een opluchting om me dan veilig te weten.
Vader, die het bootje aan de kant legt, en me met een warme deken van vrijspraak toedekt in mijn kooi.
Het kabbelende water lispelend ” ik hou van je, ik hou van je, ik hou van je”, en doet het bootje licht bewegen als een schommelwieg .
Samen met vader en moeder laat ik me wiegen in de armen van Vader, me geen zorgen makend over “hoeveel meter?”Hoor, er wordt geklopt…
Het zijn de eendjes, die met hun snaveltjes het aangegroeide alg verorberen.
Vader zorgt ook voor hun, ik kan rustig slapen,omdat Hij zegt dat ik hun verre te boven ga!Welterusten…