In psalm 16 lezen we dat bij de Here overvloed van vreugde is te vinden.
Dat is toch waar ieder hart naar smacht?
Vreugde vreugde, louter vreugde?Gedurende ons leven hier op aarde doen we elk de nodige ervaringen op die soms zo pijn doen dat je van een trauma spreken kunt.
Vooral pijn ons aangedaan door geliefden kan een kras op je ziel veroorzaken die menselijkerwijs niet meer geheeld kan worden.
Deze pijn veroorzaakt een wond die keer op keer schrijnt en bloedt.
Een bepaalde geur, een gebaar, een onschuldig woord van iemand anders kan er al voor zorgen dat deze wond, waarvan je soms denkt geheeld te zijn, weer in alle hevigheid open barst.Het kan ook zijn dat deze wond dag en nacht zeurt, als kiespijn doortrekt het je hele zijn.
Zoals je vlees marineert zo kan je ziel in een marinade van pijnlijk zeer liggen.Pijn ons aangedaan door anderen heeft meestal met onrecht te maken.
Onrecht van niet gezien zijn, leugens, laster, isolatie, en tekort gedaan zijn, veroorzaken zo’n diepe wond, dat je zelfs lichamelijk ziek kunt worden door de pijn in je ziel.
Het onrecht kan tevens zo vreten dat je nog maar één doel hebt; gerechtigheid!
Dit verlangen naar gerechtigheid is volkomen normaal, omdat niemand het recht heeft de ander onrecht te doen.Het vechten om je recht kan een doel op zich worden, waarbij nog maar één ding telt; “ recht tegenover het onrecht”
Of het kan onderhuids een schrijnend speldenprikje zijn, klein en onzichtbaar, maar oh zo venijnig voelbaar, en ieder moment paraat om toe te slaan.Jezus roept ons op te vergeven, zelfs 70 maal 7 maal.
Midden in de pijn een onmogelijke opdracht, zou je zeggen.
Is dat zo?
Zadelt Hij ons op met iets dat voor ons niet op te brengen is?Wat zou de reden kunnen zijn van deze opdracht te vergeven?
Het is omdat schuld ons aangedaan door de ander, ons tevens bindt aan de ander.
Alsof je allebei met elk één hand in dezelfde boeien geslagen bent.
Vaak is degene die je pijn en onrecht heeft aangedaan, een persoon in je leven geworden waarmee je niets meer te maken wilt hebben.
Maar door de pijn van het onrecht en het vechten om je recht/ gelijk, is niemand zo dicht in je hart dan degeen waar je misschien letterlijk afstand van hebt genomen.
Of het is iemand in je naaste omgeving, b.v. je moeder of je ouders die je nooit echt gezien hebben.
Je bindt jezelf aan het gevecht van nog steeds goedkeuring voor je bestaan te eisen van degeen die je nooit geven kunnen wat alleen Jezus geven kan.
Terwijl je gevoel zegt dat de ander je, door je te kort gedaan te hebben, in de gevangenis heeft gezet, creëer je als het ware je eigen gevangenis.Terug naar het kruis.
Wat gebeurde daar?
We zeggen zo gemakkelijk ;” Jezus stierf voor mijn zonden”
En dat is waar!
In het geloven van deze waarheid zijn we gered, we worden kinderen van God.
Onze schuld is op Jezus gekomen, Hij nam niet alleen de straf op de zonde op zich, Hij wérd zonde.
Vandaar dat God de Vader zijn blik af moest wenden in de 3 uur duisternis.
God kan de zonde niet zien.Toen Jezus het hoofd boog en de geest gaf kon Hij dat doen in de wetenschap van Zijn getuigenis daarvóór: “ Het is volbracht”
Zijn laatste woorden :” Vader in Uw handen beveel ik mijn geest” en het buigen van zijn hoofd betekenden voor Hem eindelijk een plek waar Hij Zijn hoofd te rusten kon leggen.
Waar Hij eerder sprak van de vos die een hol heeft, de vogel een nest, maar de Mensenzoon nergens een plek om zijn hoofd neer te leggen, heeft Hij in het offeren van zich Zelf eindelijk rust gevonden.
De rust waar Hebreeën 4 over spreekt.Het is een rust die verkregen wordt door het “ in te gaan”
Het is zelfs een opdracht;” gaat in in mijn rust”
Een rust als een mantel die je omgehangen wordt, en die je tegelijkertijd zelf aan doet.
Een rust die je omarmt en tegelijkertijd een omarming van jezelf is.Dat is mooi hè, jezelf omarmen…
Dat kan, omdat je omarmt wórdt!
Omarmt en geaccepteerd in het volbrachte offer van Jezus.
In het aanvaarden van de volmaaktheid van dit offer weten we ons zelf geliefd.
De volkomen volmaaktheid zegt namelijk dat we zelf niets kunnen bijdragen, en, halleluja, dat ook niet van ons verwacht wordt.
Het is zelfs zeer onwenselijk, omdat elke eigen bijdrage, hoe ogenschijnlijk vroom en goedbedoeld, het offer van Jezus teniet doet.
Het besmeurt het kruis zelfs.
Onze eigen bijdrage wordt in Jesaja de stinkende doeken van een ongestelde vrouw genoemd.( Jesaja 64:6 oorspronkelijke tekst)In het sterven en de opstanding van Jezus is alles betaald.
Elke rekening is vereffend.
Voldaan!
The Passion Translation zegt het zo in Romeinen 8:1
“ So now…the case is closed!”
Er is recht gesproken in de rechtszaal, de zaak is gesloten!
Ik ben vrijgesproken!Maar…de schuld mij door een ander aangedaan.
Is deze schuld óók vereffend aan het kruis?
Het antwoord is natuurlijk :” Ja”
Wanneer míjn schuld is vereffend is dat ook met de schuld van ieder ander gebeurt!Welke consquenties heeft dat voor de keuzes van mijzelf ten opzichte van de opdracht van Jezus de ander zijn schuld te vergeven?
Of, welke consequenties heeft het voor mezelf het niet te doen?
Weigeren te vergeven omdat de pijn mij aangedaan té groot is.
Weigeren mijn recht op vergelding op te geven omdat ik dagelijks de gevolgen ondervind van het onrecht mij door iemand anders aangedaan…Vaak denken we dat we daar eerst aan toe moeten zijn.
Dat is gedeeltelijk waar.
Er moet/mag een tijd van rouw zijn, boosheid, woede, teleurstelling…
Allemaal volkomen terechte emoties.
Echter, deze emoties kunnen op den duur een loopje met mij nemen.
Dat is de fase waarin satan zijn zaadjes van bitterheid plant in het akkertje van mijn ziel.
De plantjes die opkomen in mijn toch al zo diep verwonde ziel, zullen deze wond alleen maar groter maken.
Terwijl ik dus vecht voor mijn recht, doe ik mijzelf groot onrecht.
Ik ben mijn eigen satan geworden in mijn eigen gecreëerde gevangenis cel.Maar wat nog schrijnender is, ik doe het offer van de Zoon van God tekort.
De doorwerking daarvan in mijn dagelijks leven wordt door niemand anders dan door mijzelf geblokkeerd.
Zwart/wit gezegd sta ik tussen Jezus en God in zodat ik zelf bloei in mijn leven belemmer.
De volkomen vreugde die alleen in Zijn nabijheid te vinden is verwacht ik van degeen die me pijn en onrecht heeft gedaan.Bovendien, en dit gaat heel diep, in mijn aanklacht naar de ander, ben ik de stem van de aanklager, satan zélf, geworden.
Hij is immers de aanklager van de beginne, zoals de bijbel zo mooi zegt.De circel van het oordeel is rond.
Precies zoals satan in zijn vernietigingsdrang heeft bedoeld, gebeurt wanneer ik de ander steeds zijn schuld voorhoud.
Ik help satan zelfs een handje…
Het maakt mezelf kapot.
Het doet Jezus tekort.
Het doet mezelf tekort.Hoe kom ik uit deze rat race van oordeel en schuld?
“ Beseffen dat je de Geliefde bent!
Je zelf onderdompelen in het bad van Genade.
Alsof je in een All-Inclusive resort bent waar alles tot je beschikking staat en is.
De trap van de hemelhoge duikplank beklimmen om in een belachelijke en hysterische val, gillend van pret elk duikprotocol tartend, het meest hilarische bommetje ooit te maken in het badwater van het geloof.”In mijn eigen leven is mij ontzettend veel onrecht aangedaan.
Een onrecht waarvan ik in mijn dagelijks leven iedere dag de gevolgen ondervind.
Mijn strijd om recht gedaan te worden zorgde ervoor dat ik met elke vezel van mijzelf verbonden bleef aan degeen die de oorzaak van mijn grootste trauma’s is.
Ik heb ervaren dat dit recht opgeven, het aan Jezus te geven, mijzelf vrij gezet heeft.
Het vechten voor mijn recht is uiteindelijk zeggen dat dat wat Jezus te bieden heeft niet genoeg is.
De leugen is dan dat juist de persoon die me pijn heeft gedaan het ontbrekende stukje aan moet vullen.Het oordeel over de ander in de handen van Jezus leggen, zorgt er nou juist voor dat je recht gedaan wordt.
Dat is recht, ik kom tot mijn recht!Ik durf in Jezus naam zelfs een stap verder te gaan.
Het cadeau van vrijspraak dat ik in het offer van Jezus onverdiend ontvangen heb is mijn machtigste wapen tegen de gevolgen van elk trauma in mijn leven aangedaan.
Dit cadeau van vrijspraak uitdelen aan iemand die me pijn heeft gedaan zet allereerst mezelf vrij.
Waar bij vergeving vragen toch nog altijd schuld wordt benoemd, gaat vrijspraak een stap verder.
Het is gaan staan op de verhoging van Romeinen 8:1…
Er IS namelijk geen schuld!Duizend redenen en “ja maars “ zijn aan te voeren en te verdedigen van beschuldigingen uiten naar de ander.
Toen ik zelf deze tegenwerkingen en ja maars uitschreeuwde zei Jezus :
“Wat gaat het u aan, volg gij mij…”
Bovendien, en dan stel ik het scherp, wanneer ik zelf volkomen vrijspraak heb ontvangen, welk recht heb ik dan een ander zijn schuld voor te houden?
Geen enkel!Grote woorden?
Ja, grote woorden!
Maar mijn Heer is groot!
Als Hij een opdracht geeft is dat niet omdat Hij iets onmogelijks vraagt, maar omdat Hij het zelf in mij mogelijk maakt, en meer van Zijn glorie in mijn leven wil openbaren.
Niet alleen voor mij, maar vooral voor de omgeving.Oefen het eens in iets kleins.
Je zult bemerken wat een vreugde het geeft het cadeau van vrijspraak uit te delen.
Het brengt een enorme trost op Jezus teweeg.
Dat Hij jou waardig acht Zijn cadeau uit te delen, hoe mooi is dat?
Bovendien zul je bemerken dat vrijspraak uitdelen aan b.v. je ouders geeft waar je zo naar verlangde, erkenning!
Er breekt ook iets in de ander!
Je hebt hem/haar Jezus gegeven.Het meest bevrijdende voor mijzelf is, te ontdekken dat ik vrij kom van de claim erkenning te willen van de ander.
Omdat ik Jezus heb, en dat is genoeg!
‘Tolerate the weaknesses of those in the family of faith, forgiving one another in the same way you have been graciously forgiven by Jesus Christ. If you find fault with someone, release this same gift of forgiveness to them.’
Colossians 3:13 TPT
http://bible.com/1849/col.3.13.tpt
‘But we are all as an unclean thing, and all our righteousnesses are as filthy rags; and we all do fade as a leaf; and our iniquities, like the wind, have taken us away.’
Isaiah 64:6 KJV
http://bible.com/1/isa.64.6.kjv