Jozef en ik.

Vanaf vandaag ben ik een week op de conferentie van NEM, op een week Reveil.
Het onderwerp is Jozef.
Door de hele week heen zal steeds een andere spreker een tipje van zijn veelkleurige jas oplichten.
Of van zijn lendedoekje op de slavenmarkt…
Of van zijn gevangenis tenue in de kerker…
Of?
Zijn koningsmantel?

Tijdens de openingsdienst vanavond werd Jozef ten tonele gevoerd, oftewel 4 Jozefsen.
Verkleed in de situatie van toen 4 jongens,: 1 als de dromer, 1 als slaaf, 1 als gevangene, en 1 als de onderkoning.
Heel mooi uitgebeeld, waarbij ik me mezelf op dat moment het meest verwant voelde met de gevangene.
De gevolgen van echtscheideing van een wraaknemende partner drukken soms loodzwaar op mijn hart en dagelijks leven.
In de put gegooid, net als Jozef…
Het onrecht drijft me soms tot radeloze wanhoop.

Dat ik daarbij nu ook op een vakantie terrein ben waar vreselijke herinneringen me de keel doen dicht knijpen maakt het er niet makkelijker op.
Toch ben ik bewust de confrontatie aangegaan.
Niet als gevangene maar als Dromer en Koningskind.
Zoals ik dat uiteindelijk al enkele jaren doe.
Mijn situatie en omstandigheid is namelijk niet bepalend voor wie ik ben.
Iedere dag maakt Vader met mij nieuwe herinneringen.
Ook hier, op de Kroeze Danne, waar ik de laatste keer dat ik hier was, in radeloze eenzaamheid nog steeds hoop had eindelijk een leuk leven te krijgen met de man waar ik mee getrouwd was.

Overal ploppen de beelden uit die tijd als demonen uit het verleden naar boven.
Maar dat is het dan ook, het verleden!
Omdat mijn heden en toekomst in Jezus’ hand zijn is Hij tevens eigenaar van mijn verleden.
Dat verleden ligt begraven in een graf waar de steen werd weg gerold en Jezus opstond uit de dood.
Omdat Hij, De Levende mij gekocht en betaald heeft is het verboden te graven in dat graf.
Het wordt bewaakt door engelen met vlammende zwaarden als eigendom van Jezus die de rekening van dat verleden voldaan heeft aan het kruis op Golgotha.

Daarmee heb ik tevens de verzekering dat alle onrecht bij Hem bekend is en Hij mij recht zal doen.
Mijn gevoel zegt me een gevangene te zijn, de waarheid is tegenovergesteld: ik ben een Koninklijk Kind, door de Vader bemind, en Zijn oog rust zo vriendelijk op mij!

Mijn dromen zijn vol van Jezus en zijn onvoorwaardelijke liefde en zorg voor mij.
Gekroond met zijn rechtvaardigheid staan mijn voeten stevig op de grond van het Beloofde Land!

De veelkeurige mantel der gerechtigheid, me door Jezus Zelf omgehangen staat me prachtig, zegt Vader!
Hij past precies…