Er was eens een meisje dat ziek was.
Zo ziek dat ze door de huisarts naar het ziekenhuis werd verwezen.
In het ziekenhuis had ze een afspraak met een knappe kundige dokter, die het wel zag zitten het meisje in behandeling te nemen.
Een paar weken lang had het meisje de één na de andere afspraak, ze had het er maar druk mee.
Foto’tje hier, onderzoekje daar, prikjes op het lab, het was een drukke tijd.De omgeving leefde erg mee met het meisje.
In de kerk werd ze gelukkig geprezen om de komende operatie, en ook de vrienden en kennissen waren blij.
Ze zagen dat het meisje erg veel pijn had, en verzekerden haar dat ze na de operatie weer volop van het leven genieten kon.
Iedereen wist wel één of meerdere personen op te noemen die een zelfde soort operatie had ondergaan, wat een groot succes bleek te zijn geweest.Je zou denken dat, nu de omgeving zo blij was om de ziekenhuisopname van het meisje, ze daar zelf ook vrolijk van werd.
Het tegendeel bleek waar te zijn!Elke keer wanneer iemand haar vroeg of er al een datum bekend was, voelde het meisje zich alsof haar door de omstanders een dagje uit werd aangeboden, en ze daarom een gat van happyness in de lucht moest springen.
Iedere keer wanneer haar een succesverhaal over de operatie van een moeder, vader, oom of tante verteld werd, moest het meisje op haar tong bijten om er niet tegen in te gaan.
Ze wilde vertellen over de geweldige genezingskracht van haar Jezus, daar was ze vol van.
Al eerder had ze daar enthousiast over willen praten, maar dat werd haar niet in dank afgenomen.
Steeds werd haar verzekerd hoe fijn het is dat de dokters tegenwoordig zoveel kunnen.
Wanneer dan ook nog verteld werd dat de Here God toch zeker zelf deze vooruitgang heeft gezegend, voelde het meestal zo dat het verstandiger was te zwijgen.Te zwijgen over de échte succesverhalen in de Bijbel, het woord van God.
De succesverhalen over Jezus, wiens naam Genezing is.
De succesverhalen over elk die bij hem om genezing kwam en genezing vroeg, dat ook kreeg.
Omdat Jesaja daar al over profereerde.
En dat hij, Jezus, zijn discipelen de zendingsopdracht gaf overal het Koninkrijk van de hemel te verkondigen onder oplegging van genezende handen.
En dat, toen hij na zijn dood, opstanding en Hemelvaart, de Heilge Geest uit gestort had, de zieken zelfs genazen van de schaduw van de apostelen, en het aanraken van hun bezwete zakdoeken.Vaak, wanneer het meisje een poging deed deze verhalen te vertellen kwam er een tegenbeweging van ” ja maars ” op gang.
” Ja maar Jezus genas niet iedereen!”
Daar kwam het steeds op neer.
Soms waren de meningen zo stellig en de mensen die ze verkondigden zelf vaak zó boos om wat het meisje over Jezus vertelde, dat ze wel eens bang was eruit gegooid te worden.
Wanneer het meisje vroeg:” waar staat dat dan in de Bijbel dat Jezus niet iedereen genas?” had uiteindelijk niemand een antwoord.
Of werd er gezegd dat niet alles is opgetekend, zoals Johannes zegt.Het meisje wist zeker dat het niet waar is wat haar verteld werd over Jezus, en voelde veel pijn om al die napratende monden.
Soms zei ze dat ook:” je praat alleen maar na, maar heb je het zelf wel eens uitgezocht?”
Af en toe gaf iemand dat wel eens toe, dat ervoer het meisje dan als winst.Ze ging zich steeds eenzamer voelen, zelfs in de kerk.
Juist in de kerk…
Daar zou het evangelie van Jezus die Genezing is toch ten uitvoer gebracht moeten worden?
Ze vroeg zich af hoe het kwam dat de tekst waarin Petrus tegen de Gemeente zegt dat Jezus’ striemen onze genezing zijn, precies zoals Jesaja dat ook al zei, niet of nauwelijks bekend zijn, laat staan ook werkelijk geloofd.Wel probeerde men haar steeds uit te leggen waarom Jezus niet altijd geneest.
Het meisje vond dit religieus geneuzel dat niets met de opstandingskracht van Jezus te maken heeft.
Ze vroeg zich af of het juist daardoor komt dat Jezus niet geneest in de kerk.
Het gesprek ging vooral over het Niet, in plaats van over het Wel!
Ze zei tegen dat Nieten:
“Maar in de Bijbel wordt toch verklaard dat wanneer Jezus niet kon genezen, dat de oorzaak altijd Ongeloof was?
Altijd.”Sommige vrienden, die wel geloofden in de genezingskracht van Jezus, probeerden het meisje te overtuigen dat het allebei kan.
Én Jezus, en bidden voor handen van de dokter.
Dat dat niet in tegenspraak is met elkaar.
Niet dat het meisje vond dat je niet meer naar een dokter hoefde te gaan, maar dit verhaal wrong ook erg in haar binnenste.Ondertussen kwam de operatie datum steeds dichterbij.
In de kerk kwamen lieve mensen op het idee haar bij te staan tijdens deze periode.
Het meisje vond dat erg lief en kreeg daardoor in eerste instantie ook wel vrede met de operatie.
Ze legde zich een beetje neer bij de mening van de anderen en zag dat het haar broertjes en zusjes goed deed voor haar te zorgen.
De te beklimmen berg was nog wel net zo hoog, maar omdat meerdere mensen mee wilden lopen zag ze er niet meer zo tegenop.Toch bleef het knagen, iets wat ze amper nog durfde te zeggen.
Maar hoe meer zorg en liefde uitgesproken werd naar de operatie toe, des te eenzamer ging ze zich voelen.
Ze dacht dat door de zorg van anderen er meer rust zou komen, maar plotseling laaide de strijd in haar zelf weer op.
Ze herinnerde zich het verhaal van een arme vrouw die de deur van de rechter plat liep om haar gelijk.
De rechter wilde van haar af zijn en gaf haar daarom maar haar zin.
Het verhaal van de verlamde man die door zijn vrienden het dak werd opgedragen en door een gat in dat dak voor de voeten van Jezus werd neergelegd, liet haar ook niet meer los.Iedere keer wanneer iemand die mee liep op de berg er met haar over sprak en haar bemoedigen wilde, moest ze zich inhouden om niet te gaan schreeuwen :” ik wil helemaal niet die berg op, ik wil al helemaal niet dat jullie meelopen op die berg!
Ik wil dat jullie met mij het dak opgaan om daar de stenen te verwijderen en me door het gat laten zakken aan de voeten van Jezus.
Op de berg breng je me bij Lucas, door het dak breng je mij bij Jezus!
Dat wil ik!
Ik snak ernaar dat jullie daar geloof voor hebben.
Voor die ene optie, Jezus!”Het meisje kon op een gegeven moment niet meer anders dan deze nood, dit verlangen, uit te schreeuwen, eerst naar één en toen nog weer naar één.
Ze zei tegen de Heer dat ze ging bidden om geloof bij haar vrienden.
Omdat in het Bijbelverhaal Jezus geroerd was door het geloof van de vrienden van de verlamde man.Nadat een vriend haar beloofde zo’n vriend te willen zijn, bidt het meisje om nog meer geloof bij vrienden.
Zodat ze haar optillen en Lucas voorbij lopen.
Omdat Jezus daar wacht.
Tot eer van zijn naam, tot glorie van zijn gemeente.‘Maar om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem, en door zijn striemen is ons genezing geworden.’
Jesaja 53:5 NBG51‘die zelf onze zonden in zijn lichaam op het hout gebracht heeft, opdat wij, aan de zonden afgestorven, voor de gerechtigheid zouden leven; en door zijn striemen zijt gij genezen.’
1 Petrus 2:24 NBG51