Het is niet mijn Schuld…

Mijn huisje is mijn veilige plek, de plek waar ik na een zeer pijnlijke tijd in mijn geschiedenis, mijn leven weer op wil pakken.
Niemand kent mij hier, en dat is maar goed ook!
Wanneer men wist waar ik voor op de loop ben, zou men, zoals na de oorlog de NSB meisjes kaal geschoren en met pek overgoten werden, mij lynchen.
Ze zouden me op een kar door de stad voeren, en me bekogelen met rotte eieren en tomaten.
Ze zouden me met verse mest overgieten, en joelend de meest vreselijke leuzen roepen.
Politie en recherche zouden geen vinger uitsteken, maar spottend, de meute aanmoedigend, aan de zijlijn staan.
Geen enkele dominee zou voor me op de bres gaan staan, omdat wat ik gedaan heb té erg is.
Ik heb het allemaal verdiend, alles wat ze zouden bedenken om me te vernederen heb ik verdiend.
Mijn schuld is hemelhoog, mijn misdaad niet in woorden uit te drukken.

Dag en nacht klaagt mijn geweten mij aan, want wat ik ook aan goede werken doe, hoeveel vrijwilligers taken ik ook op me neem, hoe vaak ik de wc’s in de kerk ook poets, mijn schuld was ik er niet mee weg.

Ja, ik heb straf verdiend, dat zal ik niet ontkennen, mijn schuld is groot, de dingen die ik in het duister deed, te vreselijk om te vertellen.
Maar hoe zou ik ooit voor wat ik misdaan heb genoeg gestraft zijn.
Wat ik ook aan straf zal volbrengen, het zal nimmer recht doen aan mijn misdaad.
Al zou ik al het geld van de wereld betalen, dan nog zal er geen genoegdoening zijn voor mijn enorme schud.

Alhoewel de zon mijn huisje verwarmt, bibber ik van kille angst voor ontdekking van mijn schuld.
Luisterend naar de schitterende klanken van een mooi Celloconcert probeer ik mijn geest tot rust te brengen.
Maar mijn geweten knaagt mijn botten kaal, wat ik ook aan ontspanningsoefeningen uit probeer.

Net wanneer ik denk mijn vermoeide benen op de bank te leggen, knalt met veel geweld mijn deur open, en staan vijf marechaussees voor me, die me hardhandig beetpakken en in de boeien slaan.
Voor ik goed en wel besef wat me overkomt lig ik vastgeketend op de bodem van een arrestanten bus, die met loeiende sirenes en blauw zwaailicht me in sneltrein vaart bij het Hof in den Haag aflevert.
Geboeid aan handen en voeten, waarbij de ketenen van mijn schuld me rammelend volgen, wordt ik ruw en zonder mededogen voortgedreven, tot ik in een grote rechtszaal recht voor de Koning sta.
Links van hem staat, grimmig lachend, zijn handen wrijvend, de aanklager, popelend mij tot vermaak van de toeschouwers op te knopen
Wanneer hij de meterslange lijst van aanklachten voorleest, verspreidt zijn tandeloze mond een ondraaglijke stank, alsof speciaal voor dit moment het kerkhof alle graven geopend heeft.
Op de tribune is de hele stad vertegenwoordigd, de plek waar ik vanmorgen nog dacht anoniem te zijn.
Bij iedere genoemde schuld krimp ik steeds verder in elkaar, en wilde wel dat de aarde zich opende om mij te verzwelgen.

Wanneer na uren opsomming van mijn schuld, de Koning zich tot mij wendt met de vraag wat ik daarop te zeggen heb, kan ik niet anders dan met een van angst dichtgeknepen keel “ schuldig” uitbrengen.

“ U heeft de doodstraf verdiend” klinkt het uit de mond van de Koning…
Zijn handen heffen de enorme hamer, om mijn lot met krachtige slag te kunnen bezegelen.

Maar dan…
Iedereen houdt de adem in, terwijl de Zoon van de Koning, die tot nog toe zwijgend aan de rechterkant van zijn Vader plaats had, op staat.
Alsof gezamenlijk het Koninklijk Luchtmacht Orkest en de Johan Friso Kapel, de Radetzky Mars spelend, de zaal binnenkomt, klinkt fier zijn stem:
“ Onschuldig Vader, Ik heb al betaald”
Ten overstaan van iedereen in de rechtszaal doopt hij zijn vinger in een gouden offerschaal waarin het bloed van een pasgeslacht lam is opgevangen.
Zijn houding is die van overtuiging en autoriteit, wanneer hij een boekrol uitrolt en met zijn vinger het papier beschrijft:
” Voldaan” om daarna het perkament aan de Koning te tonen.

De Koning glimlacht liefdevol naar zijn Zoon, en gebiedt de aanklager mij te ontdoen van mijn ketenen.
Zijn mond gesnoerd kan hij niet anders doen dan gehoorzamen, hij heeft verloren!
Stilletjes, kruipend door het stof om zich zich zo klein mogelijk te maken, verlaat hij de rechtszaal, terwijl ik verbijsterd van opluchting en dankbaarheid voor de Koning neer kniel.
Zijn hand richt me op, waarna zijn armen zich wijd openen om me liefdevol te verbergen onder zijn Hermelijnen mantel.
“ Je bent thuis mijn kind” fluistert hij in mijn oor, “ we gaan feest vieren”

De Zoon van de Koning pakt me liefdevol bij de hand en tilt me in een gouden badkuip vol zacht geurend schuim.
Wanneer ik schoongewassen en heerlijk geurend, omhuld met een koningsblauwe mantel de door hem versierde feestzaal binnen kom, reikt hij mij een beker vol zoete wijn.
In een flits zie ik de littekens in zijn handen en in een honderdste van een seconde verschijnt een beeld van een opgericht kruis.
“ Kom” zegt hij, “eet en drink, alles is gereed


( geschreven naar aanleiding van de preek van vanmiddag.
18-11-2018
Rechtvaardig door geloof alleen)

‘Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem.’

‭‭2 Korinthiërs‬ ‭5:21‬ ‭NBG51‬‬

http://bible.com/328/2co.5.21.nbg51

Auteur: tinyonline

Ik word blij van zelf nadenken i.p.v. napraten

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: