Deze week las ik een aantal artikelen rond de moord op een moeder van kinderen in Mijdrecht.
Twee dingen vielen me vooral op:
0. De burgermeester zegt al bij voorbaat dat er geen fouten gemaakt zijn…
Huh?
Terwijl hij zich haast om zijn handen in onschuld te wassen, ligt een door haar ex vermoorde vrouw en moeder van kinderen aan zijn voeten, en op zijn bureau ligt een dik dossier van door dezelfde vrouw gedane aangiftes van stalking en bedreiging…0. De kerk opent een avond de deuren voor troost.
Dat is natuurlijk prachtig, een open kerk.
Alle deuren wijd open…
Maar bij mij borrelen er dan tevens allerlei vragen.
Één avond maar?
De kerk hoort toch altijd open te zijn?
En waar was de kerk vóór de moord?Ook één dezer dagen hoorde ik op een kerkelijke bijeenkomst tevens de term “hulp bij vechtscheidingen” voorbij komen.
Daarmee wordt bedoelt:’ het bij kinderen zoveel mogelijk schade zien te voorkomen, temidden van de elkaar de tent uitvechtende ouders/ ex-partners’
Niet alleen in het kader van de moord in Mijdrecht, maar niet in het minst persoonlijk, raakt deze bewoording mij erg.
Het plakkertje ‘vechtscheiding’ onderstreept de heersende mening:
‘twee kijven, twee schuld’, waarom het in de hulpverlening direct al mis gaat, zowel van professionele kant als aan de zijde van de naaste omgeving van beide partners.In haast alle gevallen zal vooral één van de partijen blij zijn met deze onjuiste constatering, waarbij de andere partij voornamelijk onnoemelijk te lijden heeft van dit oordeel.
De suggestie twee kijven, twee schuld is nou juist bij ‘vechtscheidingen’ funest, en zal de situatie alleen maar verergeren.
De vechtende ouders vechten wel allebei, maar ieder op een heel ander niveau en daarom ook met ieder een ander doel.(Om het wat gemakkelijker begrijpbaar te maken noem ik het vervolgens ‘de man’ en ‘de vrouw of moeder’
Het zal omgekeerd alhoewel minder vaak, ook plaats vinden)De man zal in een ‘vechtscheiding’ nietsontziend geen poging onbenut laten de ex-partner, de vrouw en vaak moeder van zijn kinderen te ruïneren, terwijl deze moeder alles in het werk probeert te stellen een veilig heenkomen voor haar en haar kinderen te vinden.
Dat is ook haar plicht, omdat ze na jaren binnenshuis terreur niet meer anders kan dan vluchten, al was het alleen al om de kinderen in veiligheid te brengen.
In plaats dat deze moeder hulp krijgt, wordt wat ze eindelijk durft vertellen meestal niet gelooft, waardoor ze steeds radelozer op allerlei deuren bonst.De man zal zijn spel van buitenshuis charmeur voort zetten, en iedereen om de tuin leiden.
Hij windt de hele omgeving om de vingers en zal de buitenwereld vertellen wat een hysterica zijn ex-vrouw is.
Omdat de radeloze moeder steeds harder gaat schreeuwen, komt deze ‘voorspelling’ uit en begint de omgeving de moeder te mijden en de rug toe te draaien.
Met maar één winnaar, de ten oorlog getrokken ex-man, die door de omgeving de hand boven het hoofd wordt gehouden, en daardoor onbewust hulp krijgt van degene die de vrouw en kinderen zouden moeten beschermen.
Het gevolg is dat de omgeving, betrokken in het meedogenloze spel van deze man, mede verantwoordelijk wordt voor de ‘vechtscheiding’ en het ruïneren van de wanhopige moeder.
Terwijl de radeloze vrouw en moeder recht heeft op bescherming, keert men zich tegen haar, en sluiten de deuren, ogen, oren en harten zich op haar hulpgeroep.Dat dit ook in de kerk kan gebeuren is het meest schokkend.
De reden waarom het daar gebeurt is de, naar mijn mening, ontstane cultuur van niet mogen oordelen.
Oordelen is onder gelovigen welhaast de grootste zonde geworden, waardoor juist in deze omgeving een rover zo welkom geheten zal worden.
Terwijl we in de kerk leren dat Satan rond gaat als een briesende leeuw, onderkennen we niet dat dezelfde Satan daar mensen voor gebruikt, en dan vooral op het grondgebied van zijn vijand, Jezus.
Omdat we eenzijdig leren liefde te moeten betonen is de in schaapskleren vermomde wolf in onze schaapskudde een meer dan welkom gast, waardoor een ontwrichting zoals in een ‘vechtscheiding’ beschreven ook in de kerk niet onderkend wordt.Zelf onderdeel van zo’n ‘vechtscheiding’ heb ik in en door mijn toenmalige kerk het grootste trauma van deze situatie opgedaan.
Niet mogen oordelen veroordeelt wanhopige ex-partners tot isolatie en in sommige gevallen tot de dood door (zelf)moord.
Daarom houd ik mijn hart vast wanneer ik in de kerk het woord ‘vechtscheiding’ en de daarachter gelegen motivatie hoor.
Ik huil om de vrouwen en moeders van kinderen die de moed hebben te ontsnappen aan de terreur van de voor de buitenwereld vaak oh zo charmante ex-partner, waarop hen door de omgeving oordeel en buitensluiting te wachten staat.
Ik zal daarom waar het kan mijn stem laten horen in de hoop dat men de ogen opent voor wat er werkelijk speelt in een ‘vechtscheiding’
Niet alleen in de samenleving op zich, maar vooral in de kerk, dé plek waar we het meest waakzaam moeten zijn voor de rover, en deze buiten moeten sluiten.
Dé plek waar een radeloze vrouw en moeder asiel verdient binnen de omheining van de schaapskooi van Jezus.