Ik ben een parel.
Niet zomaar parel, ik ben een kóstbare parel.
Daarom lig ik op een bloedrood kussentje te pronken en heeft de koopman een zachtschijnend spotje boven me gehangen, waardoor mijn paarlemoeren glans nog meer opvalt.
Gefascineerd door mijn betoverende bolling draait en danst de regenboog rondjes in mijn melkwitte spiegeling.
Ieder die binnenkomt wordt meteen als een magneet naar me toegetrokken om zich te verwonderen over mijn zuivere schoonheid.
De koopman glimt van trots over mij, en aan ieder die het horen wil roemt hij de perfectie van mijn vorm en glans.Eer ik door hem gekocht en betaald ben, was ik diep ongelukkig, en zwierf van de een naar de ander.
Lang geleden reeg men mij nog aan een ketting maar belandde ik toch weer in sieradenlaatje van vergetelheid.
De draad waaraan ik gedragen werd sleet, waardoor bij de minste aanraking de ketting brak en ik kletterend over de grond rolde.
Niet genoeg op waarde geschat lag ik jarenlang in een hoekje van de kamer ongezien te verstoffen en ging me steeds waardelozer voelen.
Ik was waarschijnlijk niet de moeite waard opgeraapt te worden.
Mijn glans werd doffer en doffer, waardoor ik zelfs vergat dat ik eens, binnen in de bescherming van de schelp van de oester perfect gevormd ben.
Bij een verhuizing merkte men mij weer op en kreeg ik voorzichtig hoop, maar ik werd in een bak temidden van allerlei andere kralen en prullaria bij de kringloopwinkel gedeponeerd.Af en toe graaide er een hand door de bak maar niemand nam mij mee.
Ik begon te denken dat ik er niet meer toe deed, waardoor ik bijna mijn droom opgaf met mijn glans iemand te mogen betoveren en veroveren.
Bijna…
Want diep vanbinnen bleef mijn vlammetje als een rokend vlaswiekje smeulen, verlangend gezien, opgeraapt en gekoesterd te worden.
De andere kralen botsten tegen me aan, en lachten me uit wanneer ik voorzichtig mijn hoop uitsprak.
Ze verweten me hoogmoed en arrogantie waardoor ik me voortaan maar stil hield.
Totdat…Op een dag gleed er weer een hand door de bak met kralen, en ik voelde meteen dat deze hand anders was.
Het was geen graaiende hand maar de hand van een koopman die al lange tijd hoopte te vinden wat verloren was.
Speurend als naar een schat bewogen de vingers zich tussen de oude afgedankte kralen.
Ik voelde in de koopman een zelfde verlangen en verwachting als in mijn eigen flakkerend vlammetje en hoopte zo op een aanraking, al was het maar voor één keer, alleen deze dag.
Teder om niet te breken naar waar hij op zoek was ging zijn hand van kraal tot kraal.
Opeens hoorde ik een kreet van verrukking en eer ik het goed en wel beseftte lag ik in de palm van deze speurende hand.
De vingers streelden het stof en vuil van mij af, en ik zag hoe de ogen van de koopman glommen van blijdschap en ontroering.
Zonder zich ervoor te schamen ving hij in zijn handen de over zijn wangen biggelende zoetgeurende tranen, waardoor ik als in een bad vol hemels schuim in het kommetje van zijn hand schoongewassen werd.
Hij bracht me naar zijn kussende mond en fluisterend beloofde hij me te kopen, wat het hem ook kosten zou.
Bij de kassa bleek de prijs torenhoog, maar vol vreugde leverde de koopman zijn verzameling andere parels in om mij te kunnen kopen.Veilig opgeborgen in de palm van zijn handen deed hij joelend en juichend een vreugdedans, ‘je was verloren en ik heb je gevonden,’ zo blij was de koopman met mij!
In zijn prachtig paleis werd ik op het fluwelen kussentje gelegd, en zong hij me toe dat hij dit allang van te voren speciaal voor mij gemaakt had.Om niet te vergeten hoe kostbaar ik ben neemt hij me iedere dag een paar keer in de palm van zijn zachte handen, net zoals die keer in de Kringloopwinkel.
‘Jij bent mijn kostbare parel’ fluistert hij me dan toe, ‘ ik hou zo van je zachte paarlemoeren glans.’Grappig hè,
ik heb nou juist het idee dat het zijn weerschijn is waardoor ik mooier dan ooit tevoren glans…
(Opgedragen aan Pauline)