Onlangs zongen we in de dienst enkele gedeeltes uit Psalm 24.
Wat me bij het zingen zo raakte was vooral het tweede couplet‘Wie mag er zijn voor God
en wie beklimt zijn berg
tot de top?
Wie blijft op die plek overeind staan?
Wie eerlijk is en schone handen heeft,
de waarheid niet verdraait,
de waarheid niet onderuithaalt.’De woorden in dit lied zouden je zomaar zelf onderuit kunnen halen.
Het is goed mogelijk dat je wanhopig uit roept: ‘wie kan dan nog voor God bestaan?’
De wet van Mozes zegt ons toch in het negende gebod dat we geen vals getuigenis mogen spreken?
Met andere woorden : we mogen niet liegen en de waarheid niet verdraaien en onderuit halen.Maar dat doen we toch allemaal wel eens?
Al liegen we niet glashard, een leugentje om bestwil is algemeen geaccepteerd.
Maar deze psalm is duidelijk, we kunnen dan niet overeind blijven staan voor deze Heilige God.Hoe komen we dan klaar met deze Psalm?
Wij, die door zelfs een leugentje om bestwil al geen schone handen meer hebben, en door de bewust gemaakte leugens en onwaarheden het recht om dichtbij God te zijn compleet verspeeld hebben.Is er dan totaal geen hoop meer?
Geen enkele mogelijkheid om God te benaderen?
Zijn we geboren voor het oordeel?Als ik naar de dichter van deze psalm luister hoor ik geen radeloosheid of wanhoop om oordeel, schuld en schaamte.
Integendeel, David bezingt de hoop die in hem is, en roept op met hem mee te zingen over die hoop.
Dat is geen hoop waarbij je het maar afwachten moet!
Het is de hoop van het zeker weten.En met reden, hoor maar hoe David het heeft over zijn God en Koning van deze hele aarde.
Hij zegent eerlijke mensen, en maakt hun gelukkig.
God zorgt ervoor dat mensen die hun handen schoon houden, volledig tot hun recht zullen komen.Toch blijft de vraag, hoe dan?
We kunnen immers niet precies zo leven als de wet van Mozes voorschrijft?
Hoe kunnen we die berg dan in hemelsnaam beklimmen?
Op die vraag is het enig goede antwoord al even ontluisterend al bevrijdend.
Ontluisterend omdat we dat met geen enkele mogelijkheid zelf zouden kunnen doen.
Bevrijdend?
Inderdaad bevrijdend!
Omdat het onmogelijk is voor ons als mens, heeft God de berg zelf tot de top toe beklommen in zijn zoon Jezus Christus.
Op Golgota werd Hij voor ons zonde, waardoor Hij elke vloek van de zonde verbroken heeft.
Iedere verdraaiing van de waarheid heeft Hij in zich zelf opgenomen doordat deze samen met Jezus aan het kruis genageld is.(Koll.2)
Geen enkele aanklacht heeft daarom nog recht op ons, omdat Jezus Christus deze de bek gesnoerd heeft.Wanneer je dit overdenkt is het meteen duidelijk over welke verdraaiing van de waarheid het gaat in Psalm 24.
De leugen van Satan waarmee hij Adam en Eva al een rad voor ogen draaide: ‘Heeft God dat echt gezegd?’
Zijn doel is altijd al geweest ons te doen twijfelen aan het Woord van God.
Te twijfelen aan dat Hij goed is…
Zijn goedheid is in Jezus Christus bewezen aan het kruis, en dat niet te geloven is verdraaiing van de waarheid.Hoe heerlijk klinkt de belofte in deze psalm wanneer we zijn waarheid aannemen.
Dan laten we onze handen schoon wassen om ze in aanbidding voor Jezus op te heffen.
Vol ontzag knielen we dan aan Zijn voeten neer om Hem als Koning te eren, omdat in Zijn dood de aanklacht als leugen is ontmaskerd.
Als vrije mensen mogen we de poorten van Zijn koninkrijk binnen gaan om samen met de engelen het Halelujah aan te heffen.Wie is toch die Koning?
‘Die koning is de HEER
die machtig is en sterk.
Die koning is de HEER
die sterk is in de strijd.
Die koning is de HEER
die machtig is en sterk.
Die koning is de HEER
die sterk is in de strijd.’
De volledige tekst van Psalm 24 luidt:
‘De aarde is van God
en alles wat er leeft
is van hem,
de wereld en alle bewoners.
Hij heeft de aarde vastgezet in zee,
verankerd heeft hij haar,
verankerd in waterstromen.
Wie mag er zijn voor God
en wie beklimt zijn berg
tot de top?
Wie blijft op die plek overeind staan?
Wie eerlijk is en schone handen heeft,
de waarheid niet verdraait,
de waarheid niet onderuithaalt.
Die mensen zegent hij,
ze dragen het geluk.
Die mensen zegent hij,
ze komen tot hun recht,
een generatie die de ogen richt op hem,
op zoek naar u, de God van Jakob.
Poorten, geef hem alle ruimte.
Open de deuren, één voor één.
Dan kan de koning binnengaan.
En wil je weten wie dat is?
Die koning is de HEER
die machtig is en sterk.
Die koning is de HEER
die sterk is in de strijd.
Die koning is de HEER
die machtig is en sterk.
Die koning is de HEER
die sterk is in de strijd.
Poorten, geef hem alle ruimte.
Open de deuren, één voor één.
Dan kan de koning binnengaan.
En wil je weten wie dat is?
Die koning is de HEER
de leider in de strijd.
En onze koning heeft
het leven op zijn naam.
Die koning is de HEER
de leider in de strijd.
En onze koning heeft
het leven op zijn naam.
Die koning is de HEER.’