In verschillende kerken belegt men op 31 oktober een Hervormings’ of Reformatiedienst, een kerkdienst die in het teken staat van Maarten Luther, die op deze dag in 1517 zijn 95 proteststellingen t.a.v. de Katholieke Kerk op de deur van de Slotkapel van Wittenberg spijkerde.
Als kind ging ik al met mijn ouders mee naar deze dienst, maar begreep er werkelijk niets van!
Ik vroeg me namelijk af wat de zin van zo’n dag was wanneer we evengoed nog aan allerlei regeltjes van de kerk moesten voldoen.
Ik ging naar een Protestantse kerk en school, (er was zelfs geen R.K. school in mijn geboortedorp) en luisterde naar de verhalen over die goddeloze Roomsen, die dachten dat ze met aflaten kopen de hemel konden verdienen.
Mij werd verteld dat Maarten Luther de 95 stellingen schreef omdat hij tegen dat afkopen van zonde, waardoor de kerk schatrijk en de mensen zelf straatarm werden, in opstand kwam.Wat ik maar niet begreep was waarom het handjevol mensen dat hevig snikkend aan de Heilig Avondmaalstafel zat dan zo besmuikt, maar in mijn kinderlijke ogen toch erg opzichtig, geld onder een geheim kleedje frummelde.
Dat was volgens mij toch precies hetzelfde als de Roomsen deden?
in mijn verstand liep het behoorlijk vast dat me een andere God dan die van de R.K kerk voorgesteld werd die vervolgens wel betaald moest worden voor dat stukje brood en slokje wijn.
Ik kwam weer wat tot rust bij het zingen van het hervorminslied: “Een vaste burcht is onze God, een toevlucht voor de Zijnen.”
Daar had ik meteen een klik mee, de tranen stonden me dikwijls al bij die eerste zinnen
in de ogen.(en ook nu nog)Pas later, jaren na mijn ‘bekering’ leerde ik op een bijbelschool wat ‘Rechtvaardiging door Geloof’ betekent, dat wat Maarten Luther ‘De vrolijke ruil’ noemde.
Daarmee duidt hij de kracht en de betekenis van Christus lijden en sterven aan, de Zoon van God die in Zijn weg van vernedering en dood een ruilende Zaligmaker is.Het sloeg in als een bom!
De donderende inslag die dit veroorzaakte, blies in één klap de dikke laag stof, waaronder deze waarheid op de bodem van mijn hart verborgen had gelegen weg.
In een ondeelbaar moment was ik opeens een ander mens geworden, zo voelde het.
Ik wist meteen dat ik nu pas echt vrij was.
Een vrijheid waarvan ik altijd al wist dat het de bedoeling van Christen zijn betekende, maar bedekt bleef onder het stof van schuld en oordeel.En oh, wat was ik boos!
Want waarom had nooit eerder iemand me dit verteld?
Ik was wel tot geloof gekomen, kwam mijn leven lang al in de kerk, ging naar zondagsschool, catechisatie, allerlei verenigingen en conferenties, en toch wist ik ten diepste niet wat Rechtvaardiging door Geloof betekende.
Altijd was er nog dat knagende schuldgevoel, het eindeloze falen tegenover een heilig God, het nooit goed genoeg zijn en de eeuwige schaamte over wat ik alweer verkeerd had gedaan.
Ik rende rondjes in een ratrace van schuld, schaamte, zonde en schuld belijden tot ik weer terug was bij af waar de volgende schuld zich al weer aandiende.In aanloop naar Reformatiedag ben ik om eerlijk te zijn nog steeds boos, maar dan anders.
Het is een heilige verontwaardiging over de leugen die veel christenen ook vandaag in de greep houdt van de cirkel schuld, schaamte en oordeel.
En daar, in dat staartje zit nou net het venijn van deze leugen, je voelt je door schuld en zelfoordeel weer eventjes goed en begint vol goede moed de strijd tegen de volgende zonde, maar beleeft nooit echte vrede.
Het valse daarin is dat het geweten gesust wordt met: “ach ja, we blijven nou eenmaal zondaars…” waarmee bedoelt wordt dat we er nu eenmaal niets aan doen kunnen, en dat God dat heus wel begrijpt.
Maar eerlijk, het is toch precies hetzelfde als het afkopen van zonde d.m.v. een aflaat?
De aflaat bestaat dan uit het vrome belijden dat we nu eenmaal zondige mensen zijn, wat niet anders is dan een zonde van eigengerechtigheid.
Alsof door het maar benoemen dat we zondaars zijn en daarom schuldig voor God staan, God wel tot vergeving bewegen zal.
In wezen neem je het niet zo nauw met de zonde, waardoor het steeds benoemen van schuld tot een vroom kunstje nederigheid verwordt, maar in feite hoogmoed en arrogantie is tegenover een heilig God, die de zonde zo serieus nam dat Hij Zijn eigen Zoon als straf daarvoor aan het kruis spijkerde.Zeg nou zelf, aan het rennen in die ratrace is totaal geen eer te behalen, het put je enorm uit en maakt je geestelijk straatarm.
Moegestreden tegen de zonde en murw geslagen door schuldgevoelens geef je het uiteindelijk op want er lijkt geen ontsnappen aan.
Maar dat is precies de leugen van de bedenker van de ratrace, Satan.
Deze vroom lijkende leugen te geloven betekent dat Jezus voor niets een vreselijke dood gestorven is.
We zeggen het natuurlijk niet hardop, maar leven alsof Jezus’ offer niet genoeg is geweest en Hij speciaal voor mij nog een keer sterven moet.Is het mogelijk deze eindeloze cirkel te doorbreken?
Het is inderdaad waar, we hebben zelf tégen God en vóór Satan gekozen, maar kunnen er in feite niets aan doen dat we veroordeeld zijn tot de ratrace waaruit op eigen kracht ontsnappen onmogelijk is.
Maar juist deze onmacht is een bevrijdende boodschap, omdat we daarom iemand anders nodig hebben om ons te verlossen, iemand die machtiger is dan de bedenker van de rattenval.
Iemand zonder zonde, Jezus de Zoon van God zelf.
In Zijn vrijwillige kruisdood nam Hij alle schuld op zich, ook die van eigen werken en hoogmoedige eigengerechtigheid.
In Zijn opstanding liet Hij de straf op de zonde, de dood, achter in het graf en stond als Overwinnaar op in een nieuw leven.Dat is de ‘Vrolijke Ruil waar Maarten Luther het over heeft; mijn schuld op Hem, Zijn gerechtigheid op mij.
Waarachtig belijden wordt dan gelovend uitspreken:’ Heer ik kan het niet zelf, maar Hallelujah Amen, U doet het in mij!
Uw Borgtochtelijk (wat een wonderschoon woord) lijden en sterven heeft me vrijgekocht uit de macht van de zonde waarom ik niet meer hoef te zondigen want ik ben een nieuw schepping!’Romeinen 8:1 zegt dat er geen schuld meer is, hoe mooi wil je het hebben;
Geen schuld!
Lekker hè; de Vrolijke Ruil…Een vaste burcht is onze God,
een toevlucht voor de Zijnen!
Al drukt het leed, al dreigt het lot,
Hij doet zijn hulp verschijnen!
De vijand rukt vast aan
met opgestoken vaan;
hij draagt zijn rusting nog
van gruwel en bedrog,
maar zal als kaf verdwijnen!Geen aardse macht begeren wij,
die gaat welras verloren.
Ons staat de sterke Held ter zij,
dien God ons heeft verkoren.
Vraagt gij zijn naam? Zo weet,
dat Hij de Christus heet,
Gods eengeboren Zoon,
verwinnaar van de troon:
de zeeg is ons beschoren!