Porseleinen Kopje

Als klompje klei lig ik al een tijdje te wachten op de warme handen van de pottenbakker.
Ik zie hem de meest prachtige kommen en schalen formeren, groot en klein, in allerlei vormen.
Wanneer hij de kast opent voor weer een nieuw klompje klei hoop ik zó dat hij mij in zijn handen neemt, maar tot nog toe slaat hij mij iedere keer weer over.
Zou hij mij wel gezien hebben?
Mijn klompje is kleiner dan die van de andere, maar de pottenbakker heeft me hier zelf een tijdje geleden neergelegd, dus waarom hij mij nu elke keer over het hoofd ziet…

Eindelijk, de pottenbakker neemt me in zijn tot een kommetje gevormde handen en begint me langzaam van de ene naar de andere kant te rollen.
Hij brengt me dicht bij zijn gezicht en fluistert plagend: ‘was je bang dat ik je vergeten had?
Weet je, ik heb een speciaal plan met jou, wacht maar.’
Van mij mag hij nog uren doorgaan, zo lekker warm word ik van het heen en weer rollen in de handen van de pottenbakker.
Langzamerhand ben ik een mooi rond balletje geworden waar ik best wel tevreden over ben.
Maar dan, plotseling is het niet leuk meer, de pottenbakker duwt allebei zijn sterke duimen in me waardoor hij mijn mooie vorm in één klap ruïneert.
Alle tien zijn vingers beginnen me te kneden en de ruwe stukjes uit me te plukken waarbij het wel lijkt dat de pottenbakker er nog plezier in heeft ook!
Is hij nou helemaal gek geworden?
Ik wilde wel dat ik nog op de plank lag!

Help, help, de pottenbakker is opeens een nare man geworden, een bruut, die het leuk vindt me zeer te doen.
Hij brengt me weer naar zijn gezicht en ik verwacht een flinke uitbrander te krijgen.
Waarom zou hij anders zo ruw met me doen?
Maar dan merk ik dat zijn ogen nog steeds net zo liefdevol glanzen als toen hij me in zijn stoere knuisten nam.
Zijn stem klinkt nog even teer wanneer hij zegt: ‘het lijkt dat ik niet van je houd, maar ik moet je even pijn doen.
Het kan niet anders, voor mijn plan met jou moeten alle korreltje en luchtbelletjes verwijderd zijn.’
Zijn ogen en stem overtuigen me waardoor ik hem maar gewoon zijn gang laat gaan.
Na een tijdje ben ik zo gekneed en uitgepulkt dat het net lijkt alsof ik een zachte klont boter ben.
De pottenbakker legt me op zijn draaischijf waarna hij me als in een draaimolen rondjes laat draaien.
Het is dat zijn boetserende vingers me vasthouden anders lag ik vast al lang op de grond.
Ik word er duizelig van, maar de pottenbakker stelt me vriendelijk gerust.
Verbeeld ik me het of is het echt zo dat hij af en toe een traantje van ontroering weg pinkt?

Ik ben zo benieuwd wat de pottenbakker van mijn klompje gemaakt heeft, maar ik mag het nog niet zien
‘Het wordt straks nog mooier, eerst uitharden en in de oven, en dan…verder verklap ik nog niks.’
Mooi is dat, me zo in onzekerheid achter te laten!

Nog voorzichtiger dan eerst zet de pottenbakker me na een paar dagen in de oven.
Het wordt al heter en heter, ik gil het uit.
‘Au, Au.Wat doet u allemaal met mij, haal me hier uit, ik verbrand…’ maar de pottenbakker trekt er zich niks van aan.
Hij zet me daarna voor zich neer en bekijkt me van alle kanten.
Zo te zien is hij erg blij met me, dus nu mag ik mezelf ook vast wel in de spiegel bekijken. Maar nee, ik ben nog niet af, zegt hij.
Hij begint met een scherp papiertje over me heen te wrijven, wat ook helemaal niet fijn voelt.
‘Ik schuur net zo lang tot je zo glad als een bel bent,’ zegt de pottenbakker, ‘maar ik moet heel voorzichtig zijn want ik wil niet dat je uit elkaar barst.’
Ik wilde dat hij mijn omgevormd klompje maar gewoon links had laten liggen want ik vind de handen van de pottenbakker helemaal niet lief meer…
Ondertussen blaast hij glimlachend het stof van me af en gaat er eens goed voor zitten.
Naast me staan een paar potjes met verf waarin de pottenbakker keer op keer een klein kwastje doopt om me te beschilderen.
Het kietelt en kriebelt, ik kan amper stil blijven staan.
De pottenbakker lijkt zeer tevreden over zijn werk, zijn voorhoofd glimt van trots.
Nu mag ik mezelf vast ook bekijken, maar oh nee, hij zet me weer in de oven.
Het wordt nog heter dan de vorige keer, maar het schijnt de pottenbakker niet te deren.
Met zijn hoofd voor het glas wacht hij nieuwsgierig af wat er met mij gebeurt.
Eindelijk tilt hij me weer in het kommetje van zijn handen en bekijkt me van alle kanten.
‘Wat ben je mooi geworden’ zegt hij, ‘precies zo als ik het me voorgesteld had.’
Springend en zingend doet hij een rondedansje door zijn atelier, zo blij is hij.

‘Kom, ik ga je aan jezelf laten zien,’ zegt hij en haalt het antieke spiegeltje van de muur.
Hij zet me voorzichtig op tafel met het spiegeltje tussen ons in.
Opgewonden wacht hij mijn reactie af…
Waar ik naar kijk is haast niet te bevatten, zo mooi heeft de pottenbakker me gemaakt.
Ik kan niet geloven dat ik dat ben, zo prachtig; heeft de pottenbakker dat echt uit mijn eerder onooglijk grijze klompje klei gemaakt?
In de spiegel zie ik een betoverend mooie kop en schotel, maar kijk toch stiekem even naast me of er soms nog een ander kop en schoteltje staat.
Boven de spiegel zie ik de pottenbakker glimlachen, ‘je bent het echt hoor, precies zo als ik het bedoeld had.’
Als hij het zegt moet ik het dus wel geloven!
Mijn mooie ronde vorm is zo dun en fragiel geboetseerd en zo mooi zachtgeel glanzend paarlemoer geëmailleerd dat het wel lijkt alsof ik transparant ben.
Sierlijk gevormde krulletjes vormen twee oortjes waarmee ik kan worden vastgepakt.
Op het zuiverwit aan de binnenkant zijn prachtige bloemetjes geschilderd, zo teer dat het haast lijkt alsof de blaadjes door de wind bewogen worden.

Nu begrijp ik ineens dat de pottenbakker me eerst goed kneden moest voor hij me zo mooi maken kon.
Ik begin me een beetje te schamen voor dat ik zo tegenstribbelde en zoveel kabaal gemaakt heb maar zie meteen dat het paarlemoer daardoor doffer wordt.
De pottenbakker zegt dat hij nooit boos op me worden kan en alleen maar ongelooflijk trots op me is, dus hoef ik me nergens schuldig over te voelen.
Ik kijk nog eens goed en opeens zie ik het gezicht van de pottenbakker in het paarlemoer weerspiegelen.
Zijn ogen houden me gevangen in een cirkel van liefde en mededogen, ik kan niet meer anders dan prompt en fier glanzend voor hem te staan.
Voorzichtig neemt hij mijn oortjes tussen duim en wijsvinger en brengt me aan zijn mond.
‘Ik ben zó blij met je’ fluistert hij zacht, ‘zo eentje als als jij heb ik nou altijd al gewild.’

Maar Heer, U bent onze Vader. U heeft ons gemaakt zoals een pottenbakker iets maakt van de klei. Wij zijn de klei en U heeft ons met uw eigen handen gemaakt.
JESAJA‬ ‭64:8‬ ‭BB‬
https://www.bible.com/1276/isa.64.8.bb

Auteur: tinyonline

Ik word blij van zelf nadenken i.p.v. napraten

Eén gedachte over “Porseleinen Kopje”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: