In de familie van Vader had ik een tante en twee ooms,
Tante Nelly, ome Jan en ome Harm.
Tante Nelly was in het gezin van Opoe en Opa de oudste, Vader de tweede, daarna kwamen ome Jan en Ome Harm.
Opa en Opoe hadden,vroeger toen Vader zelf nog kind was, een dochtertje verloren, het meisje waar ik later naar vernoemd werd.
Tiny was op 3 jarige leeftijd ziek geworden, en moest voor een blindedarm ontsteking naar het ziekenhuis in Enkhuizen.
Het moet hartverscheurend geweest zijn dat ze juist in dat ziekenhuis een longontsteking op liep en daaraan stierf.
Als kind kon ik dit verdriet nog niet bevatten, maar vroeg me wel vaak af hoe die tante geweest zou zijn.
Maar dit verhaal gaat over ome Harm.
De Bemjamin uit de famlilie Kramer.
De kleinste, maar zeker niet de minste.
Hij was een bijzonder grappige oom, waar je lol mee kon hebben.
De oom ook waar Opa en Opoe de meeste zorgen om hadden, volgens mijn kinderlijke opmerkinsgave van toen.
Hij was “goddeloos” zoals de tale Kanaäns dat noemde.
( let wel, ik probeer te praten vanuit de beleving van toen, hoe ik dat als kind beleefde)
Ome Harm zou, als hij zo bleef leven, naar de hel gaan, omdat hij niet graag naar de kerk ging, maar liever in de High Chaperel zat.
Dat was een bar in Emmeloord, en zoals ik vernam, de meest goddeloze plek, op aarde.
En die bar was nou juist de favoriete plek van Ome Harm…
Soms, heel zelden, kwam ik als kind in Emmeloord, wat hadden we er verder te zoeken dan dat ik op een gegeven moment op zwemles ging in het Kinkhoorn bad te Emmeloord.
Wat was ik nieuwschierig naar die goddeloze High Chaperel, de plek waar je, als Jezus op dat moment terug kwam, rechtstreeks naar de hel werd gestuurd.
Ik wilde wel eens weten hoe zo’n bar er dan vanbinnen uitzag, en waarom dat een enkel reisje verdoemenis was.
Ik begreep dat de meisjes die daar kwamen net als Izebel, en Atahalia, twee heidense koninginnen uit de bijbelsche geschiedenis van Joh.Vreugdenhil, zwaar opgemaakt waren, de nagels rood gelakt, zoals de buurvrouw van Opoe dat ook deed, en met rood geverfde lippen.
Nou inderdaad, dan ging je naar de hel!
En laat die liefste ome Harm, de meest grappige en jolige figuur uit Opoes’ gezin nou net zo iemand zijn die daar dus een enkeltje voor op zak had, tenminste, als hij zich niet op tijd bekeerde.
Als kind begreep ik er niets van, waarom mocht je niet in de hemel komen, als je een beetje lol had?
Het was als op de plaat van de brede en de smalle weg, waar ik al eerder over schreef.
Al het plezier op de brede weg leidde naar het eeuwige vuur, de gebochelde en strompelende zieligerd op de smalle weg kwamen in de hemel.
En, dat was duidelijk, ome Harm vierde feest op de brede weg!
Hier een korte tijd van plezier en vermaak, dáár een eeuwigheid wening en knersing der tanden!
Op een gegeven moment kreeg ome Harm verkering met Dina.
Ome Harm en tante Dina.
En tante Dina was ook goddeloos…
Tja, wat wil je, hij had haar in de bar leren kennen.
Wat vond ik dat nou erg voor hun, zulke jolige lui, die niet in de hemel kwamen…
Het maakte me zo verdrietig, temeer daar ik dat hele hel-verhaal al zo verschrikkelijk oneerlijk en ongeloofwaardig vond.
Waren we dan allemaal voor de ondergang geboren?
Was ik zelf dan ook niet meer te redden?
Ome Harm zeker niet, dat was duidelijk, want ondanks de tranen van Opoe, ome Harm ging gewoon naar de High Chaperel.
Waarschijnlijk voelde ik me daarom zo tot hem aangetrokken, hij deed waar hij zelf zin in had, en had lak aan het doemdenken waarin hij opgevoed was.
In zekere zin had ik er ook lak aan, alleen, mijn kinderlijk brein had dat nog niet erg duidelijk, misschien mijn hartje des te meer.
Ik kon maar moeilijk aannemen dat ome Harm, en ik dus ook, geboren waren om naar de hel te gaan.
Op zekere dag waren mijn meest grappige oom en tante Dina, die voor Opa en Opoe, hoogstwaarschijlijk niet de meest ideale schoondochter was, verloofd.
Maar ach, ome Harm was ook niet de meest ideale schoonzoon…
Ze gingen trouwen!
Geweldig, we hadden een bruiloft in het verschiet.
Het meest spannende was nog wel dat ze beloofden dat ik bruidsmeisje mocht zijn!
Hoe spannend was dat voor het verlegen kind dat ik was.
Wat zag ik ernaar uit, om net als tante Dina, die straks natuurlijk de meest fantastische bruidsjurk zou dragen, in een mooie bruidsmeisjesjurkje tante Dina’s sleep mocht dragen.
Een meisjesdroom kwam uit, de droom waarmee misschien wel elk meisje opgroeit!
Een bruidsjurk…
In die tijd zat ik bij meester Visser in de vijfde klas,(nu groep 7)
Op een dag kwam de hoofdmeester, meester Loosman, me uit de klas roepen, en vertelde me dat ik naar huis mocht gaan.
Hoe dat precies ging, kan ik me niet meer zo herinneren, maar er was iets vreselijks gebeurd!
Ome Harm, die kon zwemmen als een waterrat, was verdronken…
De sleepboot waarop hij werkte was s’nachts, terwijl deze aan de kade van de Brouwershaven lag, gekapsijst.
De andere opvarende, was op tijd weg gekomen, maar ome Harm werd vermist, waardoor het haast zeker was dat hij niet meer in leven was.
Een paar dagen later werd hij in de machinekamer van de gezonken sleepboot gevonden.
Vader was daarbij, samen met een andere oom.
Wanneer hij over deze afschuwelijke gebeurtenis praat tranen zijn omfloerste ogen van verdriet en tegelijk van diepe ontroering.
Omdat er nog iemand bij was, een ouderling uit de kerk van Opa en Opoe;
Jan, een diep gelovig man, die in alle eenvoud Jezus uitstraalde.
Op dat hartverscheurende moment in de geschiedenis, waarop voor onze familie de tijd stilstond, terwijl om ons heen alles gewoon doorging, dat moment in de Brouwershaven waar Vader zijn dode broer, Harm, identificeren moest, vouwde Jan zijn handen…
Deze gevouwen handen bij het lichaam van ome Harm, zijn voor Vader één van de kostbaarste herinneringen in zijn leven.
Temidden van alle machteloze wanhoop en verdriet gaven die handen getuigenis van een genadig God, veel barmhartiger dan mensen dat zijn.
Deze gevouwen handen snoerden de hel zijn mond door te wijzen naar twee andere handen, vastgespijkerd aan een kruis.
Doorboorde handen die zich niet schamen zegenend het gebroken brood en de beker wijn te delen met goddeloze mensen,
als ome Harm
als Vader en Moeder
als jou
als ik
Tot Zijn gedachtenis…
(opgedragen aan ome Harm)