Mijn mooiste ketting.

In mijn brein liggen gebeurtenissen en ervaringen opgeslagen waarvan ik de meest waardevolle als kostbare kralen aan een herinneringsketting rijg.
Iedere kraal heeft zijn eigen vorm en kleur, de een mooi rond, de andere wat ongelijker of hoekiger van vorm, maar elk even schitterend en uniek.
Het kan zo maar zijn dat een bepaalde geur, een geluid, muziekstuk of klein gebaar me de kralen als een rozenkrans door de vingers doen glijden.
Tastend naar de vorm roept iedere kraal zijn eigen gevoelens en emoties boven, waarbij het memoriseren niet automatisch een glimlach op mijn gezicht tevoorschijn hoeft te roepen.
Het gebeurt al te vaak dat een bepaalde herinnering mijn ziel als een scherpsnijdend zwaard doorklieft.
Gaat het dan om een herinnering die trauma heeft nagelaten?
Geenszins, het zijn juist de meest kostbare kralen, kralen die zó waardevol zijn, dat ze me door het gemis en heimwee naar die persoon of situatie de adem benemen.
Dit heimwee en gemis doen deze kralen des te meer het alleen zijn als een soms ondraaglijk zeer ervaren.
Ze onderstrepen de eenzaamheid als brengt het mijn klok van slag waardoor ik als het ware even stil moet gaan staan bij toen…

Wanneer ik bij het door de vingers gaan van deze kralen mijn kussen nat huil, is daar steevast iemand anders die onder míjn streep een andere streep trekt.
Terwijl ik mijn van pijn gekromde ziel ophef om te zien wie deze dubbele streep heeft gezet, zie ik niemand anders dan Jezus alleen die mij uitnodigt met zíjn ogen te kijken naar mijn eenzaamheid en gemis.
Hij laat me vervolgens zien en beseffen dat de kraal aan mijn ketting juist daarom zeer doet omdat deze kraal iets zeer kostbaars en waardevols in zich bergt.
Niet om daarmee het zeer te verhullen, maar veelmeer om beide emoties te laten bestaan; pijn en dankbaarheid, vreugde en gemis.
Jezus verbindt zich aan mijn pijn en aan mijn vreugde, mijn blijdschap en mijn verdriet.

Vol liefde en mededogen houdt hij vervolgens zijn doorboorde handen op en wacht tot ik mijn ketting erin leg.
Het maakt hem niet uit dat de kralen glibberen van mijn snot en zoute tranen, mijn ketting is hem des te meer waardevol.
Uit één van zijn doosjes haalt hij een kraal, rood als bloed, en vraagt me of hij deze aan mijn ketting rijgen mag.
Zijn vingers strelen mijn natgehuilde wangen, waarna hij zonder er ook maar eentje over te slaan al mijn tranen in een flesje giet.
Ik volg met belangstelling zijn voorzichtige beweging waarmee hij mijn ketting om de hals van zijn flesje hangt en zie in zijn ogen opeens dezelfde heimwee als die mij zo pijn doet.
‘Kijk nog eens goed mijn lief,’ zegt hij teder.
Ik kijk in zijn gezicht vol ontfermend mededogen en doe een verbijsterende ontdekking.
De pijn van gemis naar dat wat was blijkt door zijn ogen een heimwee naar het nog niet maar in hem absoluut zeker en vast.
Hij glimlacht om mijn verbazing en vraagt me: ‘Je wist het toch al wel dat ik net zo naar jou verlang als jij dat naar mij doet?’
Natuurlijk weet hij dat ik het soms even kwijt ben, maar wat is hij lief dat hij het niet tegen me houdt.
Ik kan alleen nog maar zeggen: ‘ja Heer, ik weet het toch altijd al!’

‘Kom’ zegt hij, ‘we gaan naar de juwelier.
Daar mag je een mooie nieuwe kraal uitzoeken…’

Auteur: tinyonline

Ik word blij van zelf nadenken i.p.v. napraten

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: