Als klein meisje kon ik ontzettend uitzien naar mijn verjaardag.
Eer het zover was werden de nog te slapen nachtjes ongeduldig afgeteld en weggestreept tot het eindelijk 13 mei was: mijn dag!
‘Dat je maar gauw een grote meid mag worden,’ zei men vaak.
Nu ben ik groot en nog net als vroeger geniet ik van mijn verjaardag, maar toch anders; ik ben niet meer het onbevangen kind van toen maar zo wel zo blij als het kind van toen.Precies zo zag ik als klein meisje uit naar de viering van Jezus’ geboortedag, het Kerstfeest.
Wat was het nog heerlijk onbezorgd, Moeder haalde de ballen en lichtjes van zolder, Vader zorgde voor een boom, en wij kinderen mochten hem volhangen met wat men nu vintage versiering noemt.
Vooral de vogeltjes op het knijpertje en het zilverkleurig klokje met een echt klepeltje hadden een enorme bekoring.
Af en toe mocht ik het klokje zijn betoverend klingeltje laten rinkelen, wat in mijn oren als de uitnodiging van de zondagse kerkklokken klonk.
‘Welkom, welkom, welkom.’
Naarmate de boom langer in ons door de kolenkachel verwarmd huis stond, werden de takken steeds kaler wanneer mijn klokje zijn welkom klingelde.
Dat was ook de reden dat zodra het 27 december was Moeder de boom weer opruimde en Vader deze aan de waslijn hing om pyromaantje te spelen.
De vlammen vlogen soms boven het dak uit…wat hadden we een pret.Kerst, het feest van Jezus’ geboorte…
Denkbeeldig zat ik op mijn knietjes voor de kribbe en bewonderde het kindje Jezus dat me vriendelijk toelachte.
Net zoals de in doeken gewikkelde baby, zo was ook de volle betekenis van zijn komst in nevelen gehuld.
Het was genoeg dat het kind gekomen was, ook voor mij.Naarmate ik ouder werd, groeide Jezus met me mee in de onthulling van het geheimenis van lijden, smadelijke dood aan het kruis en glorieuze opstanding uit het graf.
Alhoewel ik geloof over een eeuwigheid nog slechts een fractie van de noodzakelijkheid van Zijn komst te bevatten, in het kleine beetje weten van nu groeit een steeds groter en dieper ontzag voor Jezus Christus de Zoon van God, de Redder van de wereld; mijn Heiland.Kerst, het feest van de geboorte van het Christuskind…
Ik wilde wel dat het nog net zo onschuldig en eenvoudig was als vroeger.
Eerste Kerstdag 2 keer naar de kerk, tweede Kerstdag het Kerstfeest van de Zondag-school.
We aten peertjes of witlof, koevlees of rollade, we maakten hangop met perzik uit blik en kregen ter ere van Kerstfeest een met melk aangelengd advocaatje met slagroom.
We zaten rond de tafel en ik liet me betoveren door de door kaarsvlammetjes ronddraaiende engeltjes.
Stille nacht, heilige nacht
Ere zij God, in mensen een welbehagen.Wat kan ik een heimwee hebben naar Kerstfeest, zonder al die toeters en bellen van nu.
Zonder Hohoho en kerstmannen met dikke buiken, geen Jinglebel Jinglebel en lange rijen voor de kassa’s in de overvolle winkels, maar gewoon een familiefeest om de geboortedag van een bijzonder broertje.
Een verjaardagsfeestje waar Hij gekroond op de stoel mag staan en we Hiep Hiep Hoera Hoera schreeuwen en juichen, zo hard dat Vader het ook horen kan.
Een fuif waar niet de kalkoen maar het Lam in het middelpunt staat, Hij, mijn grote broer Jezus:
Waar we dansen op het lied;
‘All I want for Christmas is Him!’ en meezingen met het engelenkoor: ‘Heilig heilig heilig, is de Heer God Almachtig.’Ik zie uit naar de dag, die grote dag waarop de bazuinen zullen schallen en het alleen nog maar om Hem zal gaan, Jezus Overwinnaar.
De dag waarop Hij alles in allen zal zijn…Kerst, het geheim in doeken.
Hier, kijk dan, hier ligt Hij, de Zoon van God…
Luister dan, hier klopt het Vaderhart, hier tussen die doeken…
Hoor je het in de hamerslagen op Golgotha?
‘De schuld betaald, de schuld betaald…’
Kom naar het open graf.
Zie je de uit de doeken gewikkelde dwaasheid van het kruis?
Hoor je het bloed roepen?
‘Ik hou van je, Ik hou van je!’
Kijk dan, Hij is opgestaan,
Hij is niet dood
Hij leeft!!Kerst, invasie uit de Hemel…