Deze week was er in Lelystad een infoavond over een door het Leger des Heils tijdelijk te plaatsen unit voor opvang van dak en thuislozen.
Ik zag daarvan een filmpje op Omroep Flevoland maar was verplicht eerst een reclamespotje te kijken.
Groter controverse tussen dit spotje en het onderwerp van de avond in Lelystad is niet mogelijk.
In het spotje presenteerde zich namelijk een bedrijf dat me maar wat graag wil helpen mijn dromen uit te laten komen; het bouwen van een villa!
Verbaasd vroeg ik me af hoe dit bedrijf weet van mijn droom in een huis te wonen waar ik heel veel voetstappen zetten moet om van de keuken in de woonkamer te komen.
En hoe weten ze zo exact dat mijn droomhuis veel ramen moet hebben en minstens drie verdiepingen?
U begrijpt het nu inmiddels wel, ik heb het hoog in mijn bol, maar er is gelukkig een bedrijf dat mijn kasteel niet in lucht laat opgaan.Na dit spotje volgde het verslag van een nogal tumultueus verlopen goed bezochte info-avond over een door het Leger des Heils tijdelijk te plaatsen unit voor opvang dak en thuislozen.
Bezorgde buurtbewoners uiten luid en duidelijk hun ongenoegen over dit plan, met argumenten als: ‘in de buurt wonen veel kwetsbare ouderen en we moeten onze kinderen toch ook beschermen?’
De wethouder nam een petitie met zo’n honderd handtekeningen tegen plaatsing van de unit in ontvangst en er werd zelf gedreigd met het overwegen van juridische stappen.Tja, heb je net je droomvilla betrokken en loopt er een dak en thuisloze door je keurige buurtje.
Dat kun je natuurlijk niet tolereren!
Hebben je kinderen door de glimmend gepoetste ramen net zo’n mooi uitzicht, wordt het verpest door de verlangende blikken van dak en thuislozen die ook dromen van een huis waarin ze veel stappen moeten zetten van de keuken naar de kamer.
Je wilt natuurlijk zelf ook niet geconfronteerd worden met de moedeloze blik in de ogen van dak en thuislozen die het dromen over een huis waarin veel stappen van de keuken naar de kamer moeten worden gezet allang opgegeven hebben.
De pijn in de ogen van een dak of thuisloze over een verleden eens met het gezin ook in zo’n huis gewoond te hebben waar veel stappen, ach u raadt het al…daar sluit je liever ook je ogen voor.
Logisch toch?
Ieder is verantwoordelijk voor zijn eigen geluk!!De vraag werd gesteld waar deze units dán geplaatst moeten worden, ‘overal maar niet in onze buurt!’ was het antwoord.
Waar je ook maar om je heen kijkt, de samenleving van vandaag verandert in rap tempo in ‘wij tegenover zij!’
Bestaat het woord samenleving überhaupt nog wel?
Samen… dat betekent toch; ‘wat mag ik voor jou betekenen?’Wanneer je tot de groep gaat horen waarvan het leven niet meer zo aan het leien dakje van de verwachting voldoet word je een bedreiging voor de groep waar het allemaal (schijnbaar)nog wel op rolletjes loopt.
Als speelbal van allerlei instanties die zich over je ‘ontfermen’ maar ondertussen een dikke boterham verdienen aan jou nood, beland je in een steeds groter isolement.
Niet alleen omdat men liever aan je voorbij kijkt, maar vooral om een nog gemener fenomeen: schuld.Hoe dat in zijn werk gaat?
Stel je leeft je huisje-boompje-beestje leventje, een leven dat je dik verdiend hebt en waar je, terecht, van geniet.
Maar oh jee, komt daar die minder gefortuneerde pechvogel op je pad, iemand die voor datgene wat jij normaal vindt, bv de sportschool, een nieuw lampje voor de fiets, vitamine supplementen tegen de griep, fysiotherapie na een operatie, nieuwe schoenen ter vervanging van je oude lekke exemplaren, een vriendinnen lunch enz. enz. steeds zeggen moet; ‘daar heb ik geen geld voor.’
Ergens vindt je dat je iets voor die ander (zou) moeten doen, maar tegelijkertijd knaagt er irritatie over de afhankelijkheid waarin de ander zich bevindt.
Alsof die ander schuld heeft aan jou gevoel van onbehagen over je eigen goede leven, begin je jezelf slachtoffer te voelen van dat eigen schuldgevoel en houdt daar vervolgens de ander verantwoordelijk voor.
Verhuld in allerlei mooie excuuses bedoel je te zeggen; ‘ben ik mijn broeders hoeder,’ en verwacht een excuus van die ander voor het ‘aanpraten’ van jou eigen schuldgevoel.
Daarmee eis je in principe hoederschap van degene waarover jezelf het broederschap ontkent of uit de weg gaat.Omdat ikzelf in een van instanties afhankelijk en gedirigeerd leven ben beland weet ik intussen hoe het voelt wanneer men je liever niet ziet, er aan je voorbij gekeken wordt, soms letterlijk de rug wordt toegedraaid.
Ik weet hoe het voelt dat ik verantwoordelijk word gehouden voor het onbehagen dat mijn situatie bij de ander oproept.
Ik weet hoe de onuitgesproken eis me te moeten verontschuldigen en begrip op moeten brengen voor dat onbehagen, tussen mij en anderen instaat.
Alsof de ander van mij toestemming moet krijgen om te mogen genieten van wat hij/zij wel heeft en ik niet, maakt die ander zich afhankelijk van mijn excuses voor het eigen knaagdier; schuld.Is dat terecht?
Volstrekt niet!
Wil je genieten van datgene wat je uit Vaders hand ontvangen hebt, doe dat dan.
Dat gun ik iedereen.
Maar houd mij niet verantwoordelijk voor het schuldgevoel dat je vindt eigenlijk iets voor mij of alle andere armoedzaaiers, zwervers, hulp afhankelijken, dak en thuislozen te moeten/willen doen, maar ja, het komt er maar niet van, want………’
Als je zegt iets te willen doen, doe dat dan, omdat je anders valse verwachtingen wekt bij anderen.The Bottom Line is:
Laat iedereen genieten van wat uit Vaders hand ontvangen is, want uiteindelijk is God de enige aan wie verantwoording hoeft te worden afgelegd.