Wanneer je in de positie bent dat het niet meer anders kan dan dat je anderen nodig hebt, heb je heel wat onder je voeten te trappen.
Afhankelijk zijn maakt je kwetsbaar, en deze kwetsbaarheid nodigt uit te kwetsen.Gedurende vele jaren vechten voor mijn relatie werd me in allerlei therapieën het stempel ‘afhankelijk’ opgeplakt.
Toen ik daarentegen ging vechten voor mijn onafhankelijkheid werd ik bewust afhankelijk gemaakt; tengevolge van mijn stap naar onafhankelijkheid ben ik nu afhankelijk van allerlei instanties die me eerst verweten dat ik me in mijn huwelijk te afhankelijk opstelde.Omdat het niet meer anders kon en kan dan dat ik, met name op financieel gebied, hulp moe(s)t vragen, kan ik niet anders dan concluderen dan dat afhankelijkheid reden lijkt te zijn voor het ongelimiteerd schofferen, negeren en kleineren door minder (financieel) afhankelijke naasten.
Het lijkt op een voortzetting van hoe ik eerder in mijn huwelijk werd behandeld.
Ik kom het regelmatig tegen dat terwijl ik de moed heb me kwetsbaar op te stellen en om hulp vraag, mijn afhankelijkheid ter discussie wordt gesteld.
Alsof mijn afhankelijkheid en mijn vraag om hulp hieruit te komen reden geeft voor nog meer onderdrukking, waardoor ik bewust of onbewust nog meer afhankelijk wordt gehouden of gemaakt.Er wordt me vaak verteld ‘het achter me te laten’
Wanneer ik vraag me te helpen ‘het achter me te laten’ en hulp vraag naar een leven van onafhankelijkheid, is het antwoord al gauw: ‘ieder is voor zichzelf verantwoordelijk.’
Als ik vervolgens vertel wat zo’n opmerking bij me oproept: ‘ik voel me vreselijk eenzaam omdat ik hiermee zelf wordt achtergelaten’, wordt me verteld dat een ander nu eenmaal niet mijn eenzaamheid oplossen kan.Is het gek dat ik zo langzamerhand denk: wie heeft wie nou nodig?
Ik heb de maatschappij nodig om onafhankelijk te kunnen zijn, de maatschappij houdt me liever afhankelijk en bepaald voor mij waar ik wel of geen recht op heb, kortom: hoe ik leven moet.
De gedachte komt regelmatig in me op;’ben jij mijn dankjewel nodig om daar zelf een goed gevoel over te krijgen?
Vraag je je ook werkelijk af wat ik daarbij ervaar of voel?’Elk gevoel of wat ik er zelf over zeggen wil wordt tegen me gebruikt, waardoor je mond steeds verder gesnoerd wordt.
Terwijl ik daar nou juist uit ontsnappen wilde!Ik ben dankbaar voor alle hulp.
Alleen dat ik afhankelijk van de gunst van anderen alleen hulp krijg bij wat een ander bepaald wat goed voor mij is, daartegen komt mijn vraag om hulp naar een ‘onafhankelijk van anderen leven’ in opstand.
Ik kom ook in opstand tegen de schijnbare machtspositie van al diegenen die mijn afhankelijkheid gebruiken mij voortdurend op mijn eigen verantwoordelijkheid te wijzen.
Omdat het mij overkomt als: ‘ ben ik mijn broeders hoeder?’ is mijn vraag ‘wil je eens nadenken wat dan jou verantwoordelijkheid is naar de naaste in nood?’