Gistermiddag wilde ik een stukje gaan fietsen.
Vlak voor mijn huis liep een oude mevrouw met een rollator, ik schat haar zo rond de 85 jaar.
Omdat ik haar niet wilde hinderen wachtte ik met opstappen en bleef achter haar lopen.
Ze keek een paar keer achterom en ik zei haar: ‘rustig aan mevrouw, ik heb alle tijd.’
Maar het was niet dat ze zich door mij opgejaagd voelde, ze had gewoon behoefte aan een praatje.
Ze hield in en wachtte tot ik naast haar liep.
‘Ik kan er net zo goed niet meer zijn mevrouw,’ zei ze me huilend.
‘Kijk dan’
Ze wees me haar onderbeen.
Ik zag hoe op de dunne doorzichtige huid provisorisch 2 lappen pleisters waren geplakt.Wat was het geval?
Met tranen in de ogen vertelde ze me zojuist vlak vóór de supermarkt gevallen te zijn en dat niemand haar had opgeraapt.
Nadat ze zelf overeind gekrabbeld was en thuis de pleisters had geplakt ging ze nu naar de dokter.
‘Ik zie dat u vooral heel erg verdrietig bent, klopt dat mevrouw?’ vroeg ik haar.
‘Ik vind er echt niks meer aan, ze laten je zo liggen, want we moeten afstand houden en mogen elkaar niet meer aanraken.
Ik had liever maar gewoon gelijk dood gegaan mevrouw.
Mijn achterkleinzoon is vandaag jarig, maar ik mag niet op visite komen, ik zie niemand meer, zoals de wereld nu is, heb ik nog nooit mee gemaakt.
Wat vind u daar nou van mevrouw?
Vindt u het nog leuk?’Of ik het nog leuk vind?
Nee, ik vind de wereld helemaal niet meer leuk, ik vind de wereld eng en onveilig.
Iedereen loopt vooral in zijn eigen cocon, en oh wee als je te dichtbij komt.
Wanneer je in de supermarkt iets uit hetzelfde schap als de ander wilt pakken, krijg je boze blikken of de ander stapt demonstratief achteruit.
De vuurspuwende ogen net boven de rand van een zwarte mondkap verraden hoe dit de mensen zijn die met plezier de kliktelefoon zullen bellen wanneer de buren meer dan 6 personen op bezoek hebben.
Voortdurend op m’n hoede trek ik me zelf ongewild ook meer en meer terug in mijn cocon, bang om mijn eigen gedachtes uit te spreken.
Het lijkt soms alsof zelfs dat niet meer mag, zelf denken.
In ieder geval heeft ervaring me de laatste tijd geleerd heel voorzichtig te zijn gedachtes uit te spreken omdat een andere mening dan die van de mainstream vriendschappen kost.
Terwijl ik nou net zo’n behoefte heb de Bijbel erop na te slaan en bemoediging te zoeken in wat de Schrift ons te zeggen heeft over de tijd waarin ik leef, is het met medechristenen ook steeds meer op eieren lopen.Dus antwoordde ik voorzichtig, want je weet maar nooit of ik haar wel goed begreep; ‘nee mevrouw, ik vind het ook niet echt meer leuk.’
Acht, toen ineens begon de zon te schijnen en m’n hart deed een vreugde sprongetje!
‘Het is dat ik gelovig ben mevrouw,’
Dat zei ze, ‘het is dat ik gelovig ben…’
‘Ik ook, ik geloof ook, ‘antwoordde ik haar, ‘en ik zie er zo naar uit dat de Here Jezus ons op komt halen!’
En toen begon ook voor dit oude zusje de zon te schijnen en deed ook haar hart een vreugde sprongetje.Één dezer dagen ga ik haar opzoeken en dan gaan we het vast en zeker over onze grote Broer hebben!
Je samen verheugen op wat Hij voor ons in petto heeft is toch veel leuker!