Jehova Rapha

Getuigenis

Toen ik hier in mijn nieuwe woonplaats kwam wonen,was dat uiteindelijk omdat ik vluchtte uit een verschrikkelijk situatie.

Als een asielzoeker met een complex PTSS in mijn rugzakje,probeerde ik mijn weg te zoeken in een compleet onbekende woonomgeving.

Het was in het begin vooral veel schreeuwen naar God.

Erg veel schreeuwen!

Fietsend al mijn woede,wanhoop,verbijstering en radeloosheid er uit schreeuwen naar Iemand waar ik ook niet meer in geloofde.

Totdat dezelfde Iemand,die voor mij Niemand was geworden,in mijn hart sprak.

Met een lach in zijn stem vroeg hij: “Wat schreeuw je nou eigenlijk naar Iemand die niet bestaat?”

Ik viel van mijn fiets van het lachen!

Net nog dacht ik dat ik gewoon mijn fiets het kanaal in kon rijden,niemand zou me missen( dacht ik)

Een andere keer fietste ik hier radeloos door het Groene Hart,samen met Degene die tóch niet bestond,toen ik een appje kreeg.

Het was van mijn vriendin die op dat moment juf was in China.

Ze zong een liedje voor mij!

“Jij wordt dubbel dubbel dubbel vergoedt

God weet hoe dat moet”

Deze 2 momenten in mijn fietsrelatie, die ik had met Degene die niet bestond,hebben een keer in mijn denken gebracht.

Briefjes uit de hemel bestaan dus,daar ben ik nu van overtuigd.

Omdat ik toch wel weer graag naar een kerk wilde gaan,kwam ik terecht in een kerk dicht bij mijn huis.

Gelukkig noemde ik Degene die niet bestond weer Vader.

Hij had voor de zoveelste keer bewezen dat ook te zijn.

Híj had me niet Zijn rug toegedraait.

Hij beloofde me te zegenen en me tot een zegen te stellen in die kerk.

Na verloop van tijd bood de voorganger mij pastorale gesprekken aan.

Dat was waar ik om gebeden had,maar toen ik mocht ontvangen kwam er een enorme angst over me.

Zou ik het aandurven me wéér bloot te geven in een kerk?

Juist de plek waar ik het grootste trauma had opgelopen.

Mijn gewonde ziel open leggen bij een voorganger,een man…

Mijn keel kneep dicht van angst.

Jezus sprak weer in mijn hart,

“Ga nu naar,Mijn duifje,Ik Ben het die daar op je wacht”

En dat deed Hij.

Op zeer wonderlijke manier heeft Hij ingegrepen.

Hij heeft me bevrijd uit de gijzeling door het verleden.

De nachtmerries stopten.

In mijn binnenste gebeurden geweldige dingen.

Samen met Hem in de Secret Place besprak Hij zaken met me die een bovennatuurlijke vrede in mijn hart bewerkten.

Deze week had ik een intake gesprek met een psychiater voor Psychotherapie.

Midden in het gesprek keek ze me verwonderd aan.

” in de aanmelding staat dat u behandeling vraagt voor complex PTSS,maar mijn vraag is:wat komt u hier doen?Ik zie een erg gelukkig iemand”

Ik riep spontaan “Halleluja!”

Dat is ook het enige wat ik uit kan brengen.

In diep ontzag mij buigen voor Zijn bovennatuurlijke helingskracht en Hem alle eer geven!

Zijn tedere liefde.

Zijn offer,waardoor ik vrijgekocht ben uit een macht die uit was op mijn vernietiging.

Wanneer Hij me zegt dat het heden en de toekomst in Hem van mij zijn,zegt Hij tegelijkertijd dat het verleden van Hém is.( Romeinen 8:38)

Het is verkocht aan Jezus.

Ik heb er zelf dus ook geen toegang meer toe.

Hij belet mij de toegang met een vlammend zwaard.

Het is nu rechtens van Hem!

Het is bedekt met Zijn bloed.

Ik ben bedekt met Zijn bloed.

Het bloed van Jehova Rapha.

Dans

Ik dans een dans
Jij danst jou dans
Elk,
niet samen.

Ik dans en zoek een gaatje
Jij danst belet mijn gaatje

Je snauwt en grauwt,
Je sart en spot
raak me niet!
Ik raak je!
mijn hemel,oeps,daar ga-je

Jij danst je dodendans
terwijl mijn voeten zweven
en dansen over-leven
ze dansen
overheen.

Daar lig je dan
geveld,verkreukelt
Ik dans de opening
verkneukelt

Je gilt en kermt
Een dodenangst
Een gillen als de hel.
waar slingers hangen uit,en welkom wordt geheten.

Mijn dichtgeknepen mond,
Mijn longen uitgewrongen,
vervullen zich nu vol met Geest
ter nieuwe dans genodigd

Totdat ik jubel,zing en juich
De naam van alle namen
Die ruist langs s’hemels wolkenboog,
eindelijk een samen
in de hoge,
in de hoge,
in de ho-hoge…
In mij een welbehagen.

Zonder mond

Een paar jaar geleden was ik met de man waar ik mee getrouwd was op een Hemels Huwelijks Seminar.

Nou,wie wil nou niet een Hemels Huwelijk?

Omdat het huwelijk wat ik leefde verre van hoe het bedoelt is was,werd ons in de kerk waar ik lid was dit Seminar aangeraden.

En ja,wat verlangde ik naar een Hemels Huwelijk.

Een huwelijk waarin je elkaar omhoog stuwt.

Waar je elk tot bloei komt.

Waar ik mezelf kon zijn.

Waarin ik gewaardeerd werd om alles waarvan hij in verkeringstijd zei,juist dáárom verliefd op me te zijn geworden.

Ik was kleurig,spontaan,anders dan anders.

Vooral,dat ik alles durfde zeggen,vond hij prachtig.

Maar datgene,waarvan hij toen zei dat dat zo leuk aan me was,moest er daarna uit geslagen worden.

Na dat mijn naam in zijn huwelijksboekje stond werd juist mijn mond zijn grootste ergernis.

Die mond moest dicht getimmerd worden.

Dat gebeurde dan ook letterlijk.(tenminste dat probeerde hij)

Wanneer ik mijn mond hield was er niets aan de hand.

Dan kabbelde alles gewoon door.

Ik kreeg cadeautjes om me af te kopen voor de liefdeloosheid en het totaal geen contact hebben met deze voor mij “onbekende man”

Wanneer ik aan hem vroeg waarom hij met me getrouwd was sloeg de stemming om.

Zodra ik het afkoop bos bloemen in radeloosheid en wanhoop over de isolatie en diepe eenzaamheid naar buiten smeet was het “feest”

Dan liep ik daarna met een zwaar opgemaakt gezicht omdat mijn ogen blauw geslagen waren.

Datgene waar mijn mond over zou kunnen gaan praten mocht niet gezien worden.


Wanneer ik ergens met hem liep,en we kennelijk voor iedereen een leuk stel waren,vroeg ik hem vaak:”wie ben jij eigenlijk?”

Ja,voor iedereen waren we een leuk stel.

Andere vrouwen waren jaloers op mij!

Zo’n charmante welbespraakte man!

Ook zo handig!

Overal waar we kwamen vermaakte hij de mensen.

Ondertussen dacht ik ” jullie moesten eens weten hoe hij thuis is.”

“Thuis”,het woord beneemt me nog steeds de adem…

Het was de hel.


We waren op het Hemels Huwelijks Seminar.

Op een gegeven moment kreeg je als stel de opdracht tegenover elkaar te gaan zitten met pen en papier.

Elkaar in de ogen kijkend moesten we de ander tekenen zonder de pen van het papier te halen.

In één lijn tekende je het gezicht van ander.

De achterliggende gedachte is dat je in deze opdracht ontdekt hoe je de ander graag Wil zien.

Daarna lieten we elkaar de tekening zien.

Dit moment heeft me verstomd,ik kon niets meer uitbrengen.

Eindelijk,mijn mond kon geen woorden meer voort brengen.

Er waren alleen nog tranen,woorden die ik niet meer spreken kon,werden tranen.

Hij had me getekend zonder mond!

Zó wilde hij me dus!

Zonder mond.

Ik was getekend,hoe ik het ook zelf beleefde,als ik mijn mond maar hield!

Wat heb ik s’nachts gehuild.

Terwijl de man die mij geen mond gunde naast me in diepe rust was,huilde ik voor de zoveelste keer mijn kussen nat.


Dit alles ging door me heen toen ik deze week een artikel las over elkaar recht in de ogen kijken.

Wat verlang ik naar echtheid,ogen waarin de lichtjes van Jezus branden.

En monden die troost brengen.

Bemoediging en vrijspraak door het offer van Diegene die zó kwetsbaar en transparant was als mens op aarde,totdat er niets meer van Hem over was.

Opdat ik ook kwetsbaar en transparant mag zijn.

En een mond heb die spreken mag.

Zelf bemoedigen mag,woorden van Leven spreken mag.

Ik dóe het ook omdat ik toestemming heb van Hem!

Zien

Deze dag las ik op Facebook een interessant artikel over gezien en gehoord worden.

Het ging met name over in de kerk gezien worden.

De schrijver stelt dat het in,bv een Avondmaalsdienst, goed zou zijn de stoelen tegenover elkaar te zetten,zodat dat we elkaar aan kunnen kijken.

Zelf vind ik dat een geweldig idee.

Elkaar in de ogen kijken en in de ogen van de ander Jezus ontdekken.

Dat is écht gezien worden in al je kwetsbaarheid.


Er kwamen verschillende reacties op het artikel.

De meeste toch wel erg sceptisch.

Het zou gekuntseld zijn.

“Ik moet er niet aan denken”

“Ik voel me nú al ongemakkelijk”

“Je gaat elkaar toch niet aan zitten staren?”


Wat ik me dan afvraag is:”waar komen deze reacties vandaan?”

Komt het voort uit niet weten waarover het ten diepste gaat?

Of wél weten,wat vervolgens angst op roept?

Angst je kwetsbaar en transparant op te stellen?

Doorzichtig voor de ander te zijn,roept klaarblijkelijk veel weerstand op.

Zegt dat wat over mezelf of de ander?

Zegt dat ook iets over het woning in mijn eigen binnenste maken voor Jezus?

Want juist in de samenkomst rond Jezus verlangen we elkaar toch écht te ontmoeten?

Dat is waarvoor ik zelf op zondagmorgen mijn bed uit kom.

De herkenning van Jezus in de ander doet mij thuiskomen.

Het is het moment waar 2 harten elkaar raken in het hart van Jezus.

Het ontdekken dat ik niet alleen ben.

Ik moet altijd denken aan de ontmoeting van Elizabeth en Maria.

Hoe het kind in de moederschoot van Elizabeth op sprong,toen Maria,die het kind Jezus droeg,op bezoek kwam.

Zo voelt het ook altijd in mezelf.

Alsof een vreugdevuur in mijn binnenste ontstoken wordt.

Wéér een vlammetje bij mijn eigen vlam.


Maskers af.

Alle schaamte weg.

Wie ben jij?

Hier ben ik.

IK BEN…

Koningskind

Een aantal jaren geleden ben ik geopereerd aan mijn heup.

Een operatie die mislukte,daarna had ik vele malen meer pijn dan daarvóór.

Na een jaar klagen in het ziekenhuis waar ik was geopereerd,en niet gehoord worden,ging ik naar een ander ziekenhuis.

Op internet had ik gezocht naar de beste plek op orthopedisch gebied.

De arts,waarmee ik het eerste gesprek had,was,toen ik een vervolgafspraak had,naar elders vertrokken,en vervangen door een vrouwelijke arts.

Ze behandelde mij op een nare onbeschofte manier.

Ik werd doorgestuurd naar de röntgen afdeling,waarna ik weer met haar een gesprek zou hebben.

Door deze ervaring was ik helemaal overstuur.

“Had ik deze reis ondernomen om zo afgebekt te worden?

Had ik al niet genoeg ellende meegemaakt in het andere ziekenhuis?”

Ik kreeg van een lieve zorgzame assistente een kopje thee om wat bij te komen.

Terwijl ik mijn thee dronk en weer wat tot mezelf kwam sprak er binnenin mij een stem:

“Tiny,je bent een Koningskind,je hoeft je niet zo te laten behandelen zoals op deze manier,en dat mag je ook zeggen”

Wat een openbaring!

Ik kon mijn rug weer rechten.

Na een tijdje werd ik weer binnengeroepen bij de orthopedisch chirurg.

Ze wilde haar bevindingen bespreken,maar ik nam eerst het woord;

“Mevr….ik wil wat tegen u zeggen.

Ik ben hierheen gekomen omdat ik verwacht dat u me gaat helpen,daarom vind ik het niet fijn dat u me in het eerste gesprek zo naar behandelde.

Uiteindelijk zit u hier voor míj,en ik niet voor ú.”

“Ja”zei ze,”u hebt ook gezien dat de wachtkamer barstensvol zit”

“Mevr….zwart/wit gezegd,dat is uw probleem,en niet dat van mij.

Ik wil gewoon fatsoenlijk behandeld worden,hoe vol uw wachtkamer ook zit”

Ze bood me welgemeend haar excuses aan,en zei dat ze het daar helemaal mee eens was…!

Vanaf die tijd was er ook geen belemmering meer in het contact,de wig tussen ons was weg.

Ik heb daar veel van geleerd.

Ook in geestelijk opzicht.

Ik ben een Koningskind en ga in die autoriteit staan.

Dat is mijn positie in Hém.

Omdat mijn Koning me waardevol vindt en een Koningsmantel om mijn schouders heeft gehangen.

Sjonge,wat ben ik rijk!

Opent uwe mond,eist van Mij vrijmoedig.

Toen mijn jongste dochter in 1987 gedoopt werd door ds. Westerink preekte hij uit psalm 81.

We zongen uit de oude berijming vers 12

“Opent uwe mond,

Eist van Mij vrijmoedig.

Op Mijn trouw verbond,

Al wat u ontbreekt,

schenk Ik,zo gij t’smeekt,

Mild en Overvloedig”

(Soms kan ik heimwee hebben naar het zingen in de oude berijming.

De Maranatha kerk op Urk zat bomvol,en dan met de gemeente zo’n psalm zingen…

Maar dat terzijde,want het volledig uit mijn dak gaan in de lofprijzing van de nieuwe Praise muziek is ook zó verfrissend.)

Terug naar de doopdienst van Ditta en psalm 81

Ik kan me de hele preek niet meer zo herinneren,maar er is een uitspraak die ik nooit meer vergeet.

Nooit meer!

Het woordje:”eisen” is al een woord dat niet in mijn christelijke opvoeding geleerd werd.

Eisen?

Op school zei ik wel trouw elke maandag het uit het hoofd geleerde psalmversje op,ook dit lied.

Maar wat het betekende daar kon ik alleen maar naar hunkeren

Eisen past niet in het je vernederen voor God.

Gewoon omdat Hij God is,en ik een zondig mens.

Tenminste,zo werd me geleerd.

Maar nu hoorde ik iets totaal revolutionairs.

De dominee zei:”weet u wel wat hier staat over de beloftes in het verbond met Hem?

Het verbond dat Hij Zelf al met Abraham sloot.

U mag er,eerbiedig gesproken,God mee om de oren slaan…”

Deze zin,deze voor mij tot dan toe,onchristelijke,benadering om tot God te gaan galmt nog steeds na in mijn hart.

Eisen…

God met Zijn beloftes om de oren slaan…

Wellicht is er toen iets in mij aangeboord of aan geraakt van wat ik altijd al wist.

“God Zelf heeft een verbond met mij gesloten,en ik mag Hem daaraan houden!

Hij wil zelfs dat ik Hem eis Zich aan dat verbond met mij te houden!”

Say yes to the Dress.

Het progamma op TLC “Say yes to the Dress”is één van mij favoriete series op tv.
Heerlijk om weg te zwijmelen bij de vaak onverwachte emoties van de bruid in spé, of van de mee gekomen moeder, schoonmoeder, oma, tante, zusjes, bruidsmeisjes en soms een vader.

De geweldige passie van het team in zo’n bruidszaak om de bruid het middelpunt van schoonheid te laten zijn vind ik zó lief.
Temidden van de soms heftige gevoelens weten ze de bruid te kalmeren, de moeders gerust te stellen, de vaders in te laten zien dat hun kleine meisje groot geworden is, en dus graag een sexy vrouw uit wil stralen op háár dag, de vaak jaloerse zus tactisch te vertellen dat het vandaag niet om háár, maar om de bruid gaat.
Het is elke keer zo’n sterk staaltje.

Ik geniet er van.
Vooral van de versie “Randy’s Wedding Rescue”.
Daarin roepen aanstaande bruidjes de hulp in van Randy omdat ze onzeker zijn over hun uiterlijk, bv omdat er iets ingrijpends in hun leven heeft plaats gevonden.
Pas was er een meisje die al een jurk had,de bruiloft was al gepland,toen bleek dat ze schildklierkanker had.
Na een operatie en zeer heftige periode van herstel was het grote litteken in haar hals een enorme blikvanger.
Ze verlangde naar een nieuwe jurk.
De oude jurk paste niet meer bij haar nieuwe Ik.


Omdat ik een beelddenker ben gaat mijn fantasie dan zijn eigen leven lijden.
En dat is nou precies waarom ik dit progamma zo leuk vind en waarom ik er zo’n plezier aan beleef.
Ik stel me dan zo voor dat ik met met al mijn onzekerheden, schuld en schaamte, heden en verleden, gebreken en littekens zelf bij Randy aanklop.

Mijn hemelse Randy, Jezus heet me welkon in zijn overweldigend mooie bruidszaak.
Ik kijk om me heen, en een lang gekoesterde meisjesdroom komt in vervulling!
Jezus,de aller, allerliefste en mooiste prins, heeft een jurk voor me uitgezocht die al mijn dromen en fatasieën overstijgt.
Witter dan het verblindend wit van de morgensneeuw in de eerste glinstering van de winterzon, stralender dan het blozen van zoetgeurende aarbeitjes in de koestering van de zomerzon.

Met het uittreken van mijn oude kleren valt al mijn schuld en schaamte op de grond, iedere onzekerheid smelt weg.
Jezus pakt me bij de hand waarna de paskamer achter me vergrendeld.
Als ben ik een kostbaar porceleinen kopje, zo plaatst hij me teder en liefdevol voor de spiegel en ik ben sprakeloos, zo mooi heeft hij me gemaakt.

Dan komt de magische vraag:
“Are you saying yes to the Dress….?”
Ik kan alleen nog maar fluisteren:
“Yes, I say yes to the Dress …

Hij klapt van plezier in Zijn handen, gaat voor me op de knieën en schuift een diamanten ring aan mijn vinger.
Als verassing laat hij zijn Vader roepen, de ontwerper van mijn dress, waarna hij me met een van trots overslaande stem voorstelt als zijn bruid.
Vader leidt ons naar het Altaar waar we in het bijzijn van een heilige Getuige in het huwelijk aan elkaar verbonden worden.

Na zijn volmondig ‘Ja’ komt het mooiste moment van de dag; voorzichtig tilt Hij de sluier van voor mijn gezicht omhoog tuit zijn lippen en zegt:

“KUSJE”

Als een gespeend kind bij zijn moeder…

Zo juist was ik aan het appen met mijn vriendin,ze vertelde me dat ze aan het luisteren was naar Ruth Vazal psalm 131.

Het plaatste me in mijn gedachten meteen terug naar,ik denk,zo’n 25 jaar geleden.

Ik ging toen vaak naar vrouwen-conferenties van de EO

Man,wat was het gezellig,met een grote groep vrouwen naar Burgh Haamstede en later De Bron in Dalfsen.

Wat was het fijn om naar de bijbelstudies van Henk Binnendijk te luisteren!

En als muzikale omlijsting naar Frannie Vink en Frank van Essen.

Het was alsof ik in de hemel was,zo zuiver en mooi.

Zo puur!

Ik huilde tranen van verlangen en ontroering.

Hoe Frannie psalm 131 zong..

En hoe Frank haar begeleidde op zijn viool.

Die zin: ” als een gespeend kind bij zijn moeder,is mijn ziel in mij”

Wat een rust geeft dat…aan de borst van moeder te liggen en dat dan ook alles is wat je hoeft te doen.

Is het dat nou juist niet wat we zo missen?

Rust in je ziel?

Hoe breng ik dan mijn ziel tot rust?

Psalm 131 geeft het antwoord

Door mijn ziel tot rust te laten komen bij Hem,mijn Vader.

Hij geeft er zelfs een beeld bij:”als een gespeend kind aan de borst van zijn moeder”

Wat mooi hè.

Wat lief ook.

Dan hoef ik niets meer dan me alleen maar te koesteren in Zijn liefde.

Wat simpel eigenlijk.

Ik blijf toch een zondaar…

Hoe komt het toch dat we in de kerk zo vaak zeggen dat we zondaren blijven?
Is Jezus dan voor niets gestorven?

Stel,ik groei op in een disfuncitoneel gezin met een slechte vader.
Mijn buurman is zo begaan met mij,en doet er alles aan om mij daar weg te halen.
Hij adopteert me zelfs,en ik wordt opgenomen in zijn testament.
Alle schande van mijn vader wordt van me afgenomen,ik krijg zelfs de achternaam van mijn nieuwe vader.
Maar,wanneer ik me ergens voorstel,noem ik steevast mijn oude achternaam.
Dat is toch een enorme belediging voor de man die mij vrij gekocht heeft van die slechte vader?

Ik wil me graag voeden met de Waarheid,ik ben een kind van God.
En om deze stelling te toetsen aan het Woord:
Romeinen 8 zegt dat ik niet de Geest van slavernij ontvangen heb,die tot angst leidt,maar de Geest van aanneming tot kinderen,door Wie ik roep:Abba Vader!
Die Geest getuigt met mijn geest dat ik een kind van God ben!

Wanneer ik dat weet,ga ik ook in die autoriteit staan,en daardoor eer ik mijn Vader,en Zijn zoon,in Wie ik de gerechtigheid Gods ben.
2Kor.5:21

%d bloggers liken dit: