Hoop voor de Kerk

Na een periode waarin ik ettelijke wattenstaafjes in m’n neus gestoken heb met evenzoveel positief als negatieve testen als resultaat en m’n mouwen heb opgestroopt om me lek te laten prikken, kan ik gelukkig weer ongehinderd lucht happen.
M’n eigen uitlaatgassen inademen maakte me soms flink duizelig, maar omdat ik van allerlei leuke stofjes de meest creatieve mondkapjes ontwierp, was ook dat goed te verdragen.
Mijn frutsel werk was op een gegeven moment zó populair dat ik er zelfs nog een leuk handeltje aan overhield.
Vooral die met een pakkende leus als; ‘Jezus Overwinnaar’ en de exemplaren van regenboog stof, gingen als warme broodjes over de veilige afstand toonbank.
Kijk, deed ik ook nog iets aan Evangeliesatie en Social Justice!

Me vol laten spuiten met een onbekend, maar volgens de arts beschermend goedje, deed ik natuurlijk puur en alleen uit liefde voor de medemens, net zoals het offer m’n hersenen van minder zuurstof te voorzien.
Het is daarom meer dan logisch dat de welverdiende QRcode toegang verschafte tot plekken waar Wappies niet welkom waren, zoals bv terrasjes en de in december georganiseerde Kerstmarkten.
Dat al dit soort vermaak, waaronder ook vakanties met het vliegtuig verboden terrein waren voor vaccin weigeraars, gaf me dan ook een enorm gevoel van veiligheid.
Ìk hoefde m’n geplande vakanties naar het warme zuiden tenminste niet te annuleren, een heerlijk vooruitzicht dat me de noodzakelijke lockdowns door hielp, ik wist immers dat het voor een goed doel was!

Nee, wat dat betreft vond ik de afgelopen crisis rondom het virus, best wel een leerzame tijd!
Ik leerde oude vrijheden op geven en nieuwe vrijheden omarmen.
Neem bv. de zondagse kerkgang…
Dat is nou typisch iets waarvan ik vroeger dacht niet zonder te kunnen, maar het tegendeel is waar gebleken.
Zonder het virus was ik nooit op het idee gekomen dat huiskerk veel leuker en relaxter is dan op m’n enige vrije dag alsnog vroeg op te moeten staan.
Bovendien hoef ik me nu niet meer eerst op te doffen, hangend in m’n eigen bank ben ik tegenwoordig zelf kerk!
De ontdekking van de privé pyamakerk kun je wat mij betreft gerust een openbaring noemen!

Tja, dat nu het weer mag, dominee er vanuit ging ons allemaal in zijn houten banken terug te zien, dat snap ik wel.
Maar wat ik niet zo goed begrijp is dat hij er eerst helemaal achter stond tegen een lege kerk te preken, en nu zijn hoofd breekt over hoe het volk weer onder zijn gehoor te krijgen.
Bovendien wordt ook van mij verwacht een goede reden te bedenken hoe me uit m’n eigen veel comfortabeler bank dan die in de kerk te krijgen.
Als de kerkenraad nou gewoon de deuren open gehouden had, had niemand verder een haan horen kraaien immers…
Ik vind het wel best zo!

Maar even serieus en alle gekheid op een stokje;
Onze voorgangers klagen steen en been over de lege kerken en dientengevolge de diakenen over lege collecte zakken.
Deze klacht is natuurlijk terecht.
Hoe mooi zou het zijn om op zondag daar te zijn waar het vrome volk rondom Woord en Sacrament vergadert.
Op de vraag van voorgangers hoe kerkgang weer aantrekkelijk te maken, is de ideeën bus inmiddels volgepropt.
Goed bedoeld, daar twijfel ik niet aan.
Één van de suggesties is, kerkleden persoonlijk benaderen, een tip die me het meest aanspreekt.

Daar plaats ik dan meteen een kanttekening.
Bij mij rijst namelijk de vraag of dominee en zijn Kerkraadsleden echt geïnteresseerd zijn in het waarom van kerkverlating?
Het schrijnt me in het hart dat haast niemand van de hierboven, ietwat cynisch beschreven kerkleden( dominee en kerkenraad incluis) echt wil horen waarom op zondag de banken leeg blijven.

Ik ben ervan overtuigd dat een groot deel van de broeders en zusters die verstek laten van, niets liever wil dan op zondag gewoon naar de kerk gaan.
Het zijn juist deze leden die onder tranen zouden willen zingen; ‘kom ga met ons en doe als wij!’
De reden waarom ze thuis blijven is niet het gemak van eigen pyamakerk, integendeel.
Het is de pijn van gemis in de kerkbank.
Pijn van tijdens de crisis alleen gelaten te zijn.
Pijn van geminacht en buitengesloten worden wanneer men ter verantwoording geroepen werd over vaccin weigering.
Pijn van weggehoond worden in het verlangen het over Jezus spoedige wederkomst te hebben.
Pijn van gemis aan prediking vanuit de Bijbelse eindtijd profetieën.
Pijn van het gemak waarmee met name seksuele zonde goed gepraat wordt.

Het is daarom dat ik geloof dat er maar één remedie is de kerk weer vol te krijgen: schuld belijden over de dwaling van afgelopen jaren!
Verootmoediging naar de God en Vader van onze Here Jezus Christus die toen Hij op aarde wandelde Zich al afvroeg: ‘zal Ik nog geloof vinden?’
Wanneer de kerk diep door de knieën gaat voor Degeen Die aan de deur klopt, verlangend open gedaan te worden om het brood te breken en samen maaltijd te houden, dan kunnen volgens mij alle andere creatieve ideeën de prullenbak in.

Dan gaan wij op tot Gods altaren,
Tot God onze God, de bron van vreugd.
Dan zullen wij juichend stem en snaren,
Ten roem van Zijne goedheid paren.
Die na kortstondig ongeneugd,
Ons eindeloos verheugt!

Avondmaal in een zakje.

We ‘mogen weer’ of ‘het kan nu weer.’
Uitdrukkingen die je nog al eens hoort sinds we terug zijn in het ‘oude normaal’ en op een enkele aan het Stockholm syndroom lijdend persoon uitgezonderd, liefst net doen of Corona nooit bestaan heeft.
Vandaar dat we door de volgende lockdown op de hielen gezeten aan een inhaalrace bezig zijn van verre vakanties, vliegreizen, evenementen, concerten, bioscoopbezoek, feesten en etentjes,
Ieder vinkt tevreden af wat hij of zij op de zelf bedachte Bucket-list heeft staan.
Nu het weer mag, móet het ook!
Niks mis mee natuurlijk, het is fijn dat we weer een beetje plezier mogen maken.
We mogen dus ook weer naar de kerk, tenminste, gedreven door een honger naar zuivere prediking móet ik naar de kerk.
Welke kerk maakt me niet uit, als er maar recht gepreekt wordt en hoop ik, veel gezongen uit de oude psalmen.
Liefst oude berijming, want vanwege ‘versje 10’ in mijn school rapportje kan ik de meeste uit m’n hoofd meegalmen.

Vanwege dat (heilig)moeten stapte ik een paar weken geleden op de fiets, om naar een mij geliefde prediker te luisteren in een dorp verderop.
Halverwege besloot iemand uit de hemelse gewesten mijn honger naar Gods Woord op de proef te stellen en belandde ik middenin een ijskoude wolkbreuk.
Ik herinnerde me het gelukzalige moment van mijn doop en riep naar omhoog dat een tweede keer een beetje erg overdreven was.
Ondanks dat bleef het met bakken uit de hemel komen en omdat ik me niet door en door nat wilde laten regenen, dook ik van lieverlee maar de dichtstbijzijnde kerk in.

Ach, had ik maar rechtsomkeert gemaakt en was ik toch maar voor het schermpje gaan luisteren naar John MacArthur.
Daar waar ik hoopte ondergedompeld te worden in het bad van het Woord belandde ik van de regen in de drup.

De dienstdoend ouderling in mijn schuilkerk heette me hartelijk welkom en vroeg me belangstellend naar de reden van mijn kerkbezoek. ‘Tja, ik hoop een goede preek te horen.’
Hij vertelde me dat er Avondmaal was, waarop, volgens goed evangelisch gebruik, een blij verrast ‘hallelujah’ uit mijn mond flapte.
Het was sinds de kerk haar deuren in het slot gooide, immers de eerste keer dat ik weer een dienst meemaakte waar de Maaltijd des Heren stond aangericht.
En jawel, niet alleen de hotemetoten in Den Haag en de WHO gaven me toestemming tot deze Heilige viering, omdat ik bevestigend antwoordde op de vraag of ik belijdenis had gedaan, kreeg ik ook van de kerkenraad toestemming mee te eten en drinken van het lichaam en bloed van Christus.
Met dit free ticket op zak zocht ik blij gemoed en vol verwachting een plekje in de halfvolle kerk.

Bij het zien van de lange tafel voorin de kerk, maakte mijn nieuwe hartje duizend vreugde sprongetjes.
Het sneeuwwitte tafelkleed waarop het glanzend zilver van bord, schenkkan en drinkbeker deed mijn hongerige ziel verlangen naar de ‘eens en voor eeuwige bruiloft van het voor mijn zonden geslacht en opgestane Lam, mijn Heiland en Heer, Jezus Christus.’

Maar dat de viering van de Maaltijd des Heren hier beneden nog niet eens een schaduw is van de viering daar boven werd me meer dan ooit pijnlijk duidelijk in deze bewuste dienst.
Aan het begin van de tafel stonden 2 mandjes waar ieder vóór me iets uitpakte en in de hoop op een gouden greep deed ik dat ook.
Bij het zien van wat ik in handen had, wist ik vervolgens niet of ik lachen of huilen moest, het was een in zipzakje en afgesloten minibekertje verpakt Heilig Avondmaal.
Iemand had, klaarblijkelijk geheel volgens de regels van de WHO, het lichaam van Christus in keurige vierkantjes gesneden en daarna verdeeld in zoveel zakjes als het belijdend ledenaantal plus een eventuele gast.
Omdat het precies dezelfde zakjes waren waar de koffieshop een gedroogd plantje in verhandeld, moest ik er heimelijk wel om lachen.
Evenzo was het plastic mini-cupje gevuld met een slokje bloed van Christus en daarna ter voorkoming van allerlei onheil keurig afgesloten.

Daar ging mijn hoop en verwachting op kruisbesmetting…het Avondmaalsstel stond er dus alleen maar voor de show…
Net zoals vroeger de Hogepriester de enige was die in het Heilige der Heiligen komen mocht, waren het alleen de (ontsmette) handen van dominee die de glans van het zilver aanraken mochten.
Niks geen gemeenschap in het doorgeven van die heerlijke schaal en kostbare beker.
Ieder voor zich was bezig met hoe je fatsoenlijk en toch nog eerbiedig zo’n zakje open doet, wat natuurlijk een bijna hilarisch geritsel van jawelste opleverde.
Eenmaal de kostelijke inhoud in mijn mond kwam ik niet toe aan langzaam kauwen en bezinnen, al rap moest immers het dekseltje van het bekertje.
En mijn hemel, hoe doe je dat?
Volgens mij was iedereen vooral bezig met hoe mors ik dat rode goedje niet op m’n zondagse goed, en al helemaal niet openlijk zichtbaar op het gladgestreken tafellinnen.

Alhoewel ik met vele mensen aan één tafel zat, ervoer ik in dit alles een enorme pijn en eenzaamheid.
Onwillekeurig voelde ik me onderdeel van de aardappeleters van van Goch, we zaten gezamenlijk aan één tafel maar er was met niemand contact.
Het glimmend gepoetst zilver van het Avondmaal stel verloor alle glans en deed me denken aan de vervormde werkelijkheid in de lachspiegels van pretparken.
Maar nee, pret was er voor mij niet te beleven in de ‘veiligheid’ van dit contactloos vieren en gedenken van de dood en opstanding van onze Heer en Heiland Jezus Christus.
Eerder een onveilige verlatenheid waarbij je je eenzamer alleen voelt dan alleen eenzaam, daar waar het de bedoeling is de gemeenschap der heiligen te beoefenen.

Gelukkig is er altijd mijn dierbare Jezus, Die, om mij voor eeuwige verlatenheid te behoeden, in Zijn verlatenheid van lijden en sterven, weer terug bracht in de helende gemeenschap met Vader.
Of om in hogere sferen te spreken: ‘forever High…’

Een huis tegen zichzelf verdeeld.

Gisteravond was ik op een vergadering van wakkere mensen.
De hoofdgast en spreker was Wybren van Haga.
Allerlei regionale groepen waren aanwezig, een bont gezelschap van mensen die vanaf het begin of gaandeweg de Corona crisis erachter komen dat er iets niet klopt.
Zelf behoor ik ook tot degene die door niet wakkere mensen, degene die klakkeloos allerlei draconische orders opvolgen, honend en smalend een complotdenker of wappie word genoemd.
Daarmee houd ik het nog netjes, want wanneer ik op ga noemen wat me het laatste bijna 2 jaar naar m’n hoofd geslingerd is word ik echt kotsmisselijk.

De afgelopen tijd lijd ik voornamelijk aan hoe volgzame voorgangers hun gemeente voorhouden onderdanig te zijn aan de overheid.
Jezus is niet mals over deze dwalende kerk, Hij zegt in Openbaring 2-3 dat ze niet koud of warm zijn, Hij spuugt ze uit Zijn mond, zo walgt Hij van hun lauwheid.
In het zelfde Bijbelgedeelte waarschuwt Hij voor de tolerantie waarmee de kerk een leugengeest toegelaten heeft, reden waarom Hij hen op het ziekbed werpt.
Het gaat zelfs zo ver dat Hij tot de gemeente zegt; ‘jullie zijn dood!’

Gelukkig zijn er nog wakkere voorgangers, leiders die de gemeente onderwijzen in de profetieën over de eindtijd en de spoedige komst van Jezus Christus.
Er is dus, God zij dank, nog een kleine kudde die de huidige ontwikkelingen op het tegenwoordige wereldtoneel in profetisch opzicht zien.

Maar wat zou het een zegen voor de in radeloosheid dolende wereld zijn, wanneer de kerk eenparig dezelfde kant op kijkt; de blik gericht op het zuivere Woord; Jezus Christus en die gekruisigd.

Jammergenoeg ervoer ik bij de toespraak van Wybren van Haga eenzelfde pijn als over de verdeeldheid in de kerk.
Ook onder de wakkeren onder ons die niet gelovig zijn, heerst namelijk een enorme verdeeldheid.
Ik zie dat in mijn omgeving, in talkshows op TV, op Social Media en in de debatten van de Tweede Kamer.
Het doet me daarom zeer dat Wybren van Haga gisteravond, (let wel dat is mijn persoonlijke indruk) voornamelijk zijn eigen frustraties kwam uiten over het feit dat hij uit de VVD gegooid is, waarna ook zijn avontuur bij Forum voor Democratie , zoals hij zelf zegt door het ego van Thierry Baudet, mislukte.
Diverse malen herhaalde hij dat de voorman bij FvD zijn kans om werkelijk het verschil te maken voorbij heeft laten gaan.

Ik ga daar verder niet op in maar mijn persoonlijke waarneming is dat Wybren net zo goed allerlei kansen werkelijk iets te betekenen aan zich voorbij laat gaan.
Ik zou aan Wybren willen vragen te stoppen met pijn en frustratie delen over het verleden, waardoor er meer ruimte komt te zoeken naar verbinding.

Aan het slot van Wybrens’ betoog gaf hij voor de laatste vraag of opmerking de microfoon aan één van de hoorders.
Haar woorden leggen volgens mij precies bloot waarom het maar niet lukt verschil te maken in deze wereld, een wereld die door de zondeval in het Paradijs overgeleverd is aan satan, de leugenaar vanaf het begin.
Omdat hij donders goed weet dat een huis dat tegen zichzelf verdeeld is, krachteloos is, heeft deze vuilak maar één beproefd trucje, verdelen!

Ik ben het daarom roerend eens met deze laatste spreekster: ‘het gaat alleen maar lukken wanneer we gezamenlijk terug gaan naar de God van de Bijbel!’

Het voordeel van de twijfel?

Onlangs zag ik een interview met klinisch psycholoog Mattias Desmet, waarin hij de oorzaak blootlegt van waarom een volk zonder in opstand te komen gehoorzaam is aan een ijzeren regime.
Omdat ik sinds de Corona-crisis mijn hoofd breek over die vraag, en dan met name waarom de kerk een overduidelijk goddeloze overheid onderdanig is, is me in het antwoord van Mattias Desmet veel duidelijk geworden.

Toch mis ik een belangrijk aspect in zijn verklaring, waarvan ik zelf geloof dat dat wat Desmet als oorzaak aanvoert, slechts het gevolg van een veel dieper probleem is.
Ik ben er nl. van overtuigd dat boze krachten zowel in de wereld als ook in de kerk de onderstroom van onbehagen voeden om zodoende een heel ander probleem te verhullen.
Als eerste heeft de maatschappij, oftewel de wereld buiten de kerk, God overboord gezet en ingeruild voor zelfbeslissingrecht over elk terrein van het leven.
Onder het motto: ‘God bestaat niet,’ acht niemand Hem verantwoording schuldig te zijn, je bent immers je eigen god?

Je zou denken; ‘maar de kerk belijdt toch nog wel het geloof in de God van hemel en aarde?’
Inderdaad, de kerk ontkent niet het bestaan van God, maar is meer en meer blind geworden voor de tegenstander van God, de duivel.
Dit heeft tot gevolg dat niet zozeer zijn bestaan wordt ontkend als wel zijn vernietigende invloed op ons denken en dagelijks leven.
Deze verblinding heeft tot gevolg dat zonde geen zonde meer genoemd wordt en de meest smerige vuiligheid met zand wordt bedekt in plaats van dat het reinigend en kostbaar bloed van Jezus, zonde en ongerechtigheid aan het licht brengt.

In principe is deze ontkenning of onderschatting van wie de Bijbel de vader der leugen noemt, een nog groter gevaar dan de ontkenning van God buiten de kerk.
Immers, heeft niet Jezus zelf gezegd: ‘Gij zijt het zout der aarde?’
Wanneer dan dit zout krachteloos geworden is kan het bederf ongehinderd toeslaan.

Dat het bederf voortwoekert is overal om ons heen te zien, maar vooral pijnlijk merkbaar in contact met gelovigen.
Door diverse ervaringen met het bederf binnen de kerk heeft God me geleerd opmerkzaam te zijn voor deze rover.
Maar omdat Satan verdwenen is uit de liturgie is waarschuwen en de vinger leggen op een zere plek binnen de kerk geen dankbare taak.
Het elfde gebod: ‘wees aardig voor elkaar’ heeft de voorgaande 10 geboden overbodig gemaakt, waardoor je onder gelovigen al gauw de mond gesnoerd wordt met een misplaatst: ’gij zult niet oordelen,’ of ‘jij denkt zeker weer het beter te weten dan ons?’

Ondanks dat de Bijbel ons leert dat de eindtijd gekenmerkt wordt door een wereldwijde misleiding, ontmoet je over het algemeen afkeuring en buiten sluiting wanneer Gods Geest je dringt te waarschuwen voor een binnengedrongen dief.
Omdat deze zich meesterlijk voor kan doen als zeer geestelijk en spiritueel, heeft niemand in de gaten dat onder het schapenvachtje een wolf schuilt, klaar om te verslinden.

Dit is des te meer pijnlijk zichtbaar in het klakkeloos opvolgen van de Corona maatregelen.
Alhoewel deze voorschriften volkomen haaks staan op wat Jezus ons aan voorschriften voor een gezond gemeenteleden gegeven heeft, geeft de kerk gehoor aan maatregelen van een goddeloze overheid.

Maar alleen al zeggen dat we te maken hebben met een goddeloze overheid haalt je de woede van de kerk op de hals.
Je komt alleen te staan wanneer je waarschuwt voor overduidelijke gewetenloosheid van narcistisch en psychopathische volksvertegenwoordigers en wereldleiders van de huidige tijd.

Vreemd?
Nee helemaal niet.
De geschiedenis van het volk Israël leert ons dat (onheils)profeten altijd al de mond wordt gesnoerd.
Één van de voorbeelden is het verhaal van de profeet Micha.
1 Koningen 22 verhaald hoe hij, tegen alle andere profeten in, koning Achab waarschuwt niet ten strijde te trekken tegen Ramoth in Gilead.
Het kwam hem duur te staan…

Wonderlijk hoe actueel voor de dag van vandaag Micha’s woorden zijn;

‘Hij zei: Ik zag heel Israël overal verspreid op de bergen, als schapen die geen herder hebben.’
‭‭1 Koningen‬ ‭22:17‬ ‭HSV‬‬
https://www.bible.com/1990/1ki.22.17.hsv

Het volgen van de leugen geest heeft in onze tegenwoordige tijd de mensheid in zijn greep, met als gevolg een wereld die doolt in radeloze wanhoop.
Zich vastklampend aan de meest idiote voorschriften trekt men ten strijde tegen een vijand die 2000 jaar geleden allang verslagen is.
Maar in plaats van te luisteren naar de gekruisigd en opgestane profeet Jezus Christus, negeert men net eender als destijds koning Achab, de boodschap van God zich te bekeren van de boze werken van Satan.
Vertrouwend op de beloftes van Achabs valse profeten, zo gunt de kerk van vandaag de wolf in schaapskleren het voordeel van de twijfel en legt haar oor te luisteren bij de valse messiassen van deze tijd.
De hoop gevestigd op wereldse redding uit de crisis loopt de kerk de rijke drievoudige zegen uit Openbaring mis;

‘Zalig is hij die leest en zijn zij die horen de woorden van de profetie, en die in acht nemen wat daarin geschreven staat, want de tijd is nabij.’
‭‭Openbaring‬ ‭1:3‬ ‭HSV‬‬
https://www.bible.com/1990/rev.1.3.hsv

Niet voor niets waarschuwt Jezus de de gemeente van toen en vandaag voor Achab’s echtgenoot, de heidense tempelhoer Izebel.
Zoals destijds gold voor de gemeente van Thyatira, klinkt ook vandaag de ernstige vermaning:

‘Zie, Ik werp haar op het ziekbed en hen, die met haar overspel bedrijven, breng Ik in grote verdrukking, indien zij zich niet van haar werken bekeren.’
‭‭Openbaring‬ ‭2:22‬ ‭NBG51‬‬
https://www.bible.com/328/rev.2.22.nbg51

Voor hen die tegen de stroom in God gehoorzaam blijven, sluit de brief aan Thyatira af met een geweldige belofte:

‘En wie overwint en wie Mijn werken tot het einde toe in acht neemt, hem zal Ik macht geven over de heidenvolken. En hij zal hen hoeden met een ijzeren staf – zij zullen als kruiken van een pottenbakker verbrijzeld worden – zoals ook Ik die macht van Mijn Vader heb ontvangen. Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt.’
‭‭Openbaring‬ ‭2:26-27, 29‬ ‭HSV‬‬
https://www.bible.com/1990/rev.2.26-27,29.hsv

Oh Heer, ontferm U over in de steek gelaten schapen.
Ontferm U over de losgeslagen kudde Vader.
Open de ogen van herders die zelf verblind en misleid, verblinden en misleiden.
Om Jezus wel
Amen

Link naar het interview met Mattias Desmet:

In feite is het voor mij persoonlijk een dejavu naar een verleden waarin ik de klok ging luiden over een pedofiel.
In plaats van dat men deze waarschuwing ter harte nam, nam kerk en maatschappij, waaronder het basisonderwijs waar deze man leraar is, de dader in bescherming, en kwam ik als de aanzegger compleet alleen te staan.

Deze periode in mijn leven heeft God gebruikt mij opmerkzaam te maken voor de wolf in schaapskleren.
Omdat een paar jaar later in een andere gemeente deze geschiedenis zich herhaalde, kwam ik er al heel snel achter dat de kerk niet zit te wachten op dit onderscheidingsvermogen.
Alhoewel in het pastoraat met de voorganger van de toenmalige kerk mijn volledige verhaal
open lag, zette mijn pastor de deur wijd open, toen zich ook daar een rover aandiende.
Ondanks dat zal ik niet zwijgen!
Nooit…

Kuchen in de kerk.

Yes, we mogen weer naar de kerk!Niet zoals waar we de Here God om gebeden hebben, ‘terug naar normaal’ maar och, we zijn al zo aan het nieuwe normaal gewend geraakt!
Veiligheidshalve houdt de kerk gelukkig nog wel een slag om de arm en houdt de komende ontwikkelingen van het virus nauwlettend in de gaten, daarom kunnen we altijd weer een stap terug doen!
Zelf vind ik het ook best wel lastig, de veiligheid van de anderhalve meter afstand regel in één keer op te moeten geven, net zoals het ‘ik verstop me achter mijn masker’ lapje.
Heb ik net een mooi handeltje opgezet van passend bij de nieuwe outfit mond maskers, nu zit ik weer werkloos.
Maar gelukkig, de kerk past zich goed aan de steeds veranderende omstandigheden aan, waardoor ik pas wanneer ik na veilige vermijding van iedere handtastelijkheid mijn eigen plekje ingenomen heb, zelf mag beslissen of ik in m’n blote gezicht ga zingen of het advies op praatniveau God te loven en prijzen opvolg.
Dan hoeft het mondkapje nl. niet af, sterker nog volgens onderzoek is het raadzaam toch maar beter gemaskerd te blijven.
Maar goed, als gehoorzame christen neem ik nederig dat kruis op me en breng dat offer samen en voor elkaar.
En mocht het straks weer verplicht worden, ondertussen maak ik even gratis reclame voor mijn eigen ontwerpen!
Een slim en gelovig meisje is op haar toekomst voorbereid!

Ja, voor de zekerheid houd ik mijn masker daarom op, want stel je voor dat ik schuldig ben aan de volgende uitbraak en dientengevolge meteen schuldig ben aan de over-vermoeienissen van mijn overspannen dominee!
Ik zou me dood schamen!!
Hij(of zij) is immer net een beetje aan het bijkomen van de ontelbare op veilige afstand begrafenissen ten gevolge van het vreselijke killervirus, dus asjeblieft, laat ik die man of vrouw een beetje sparen!
Niet dat ik dat al niet deed, het afgelopen jaar namen we immers al veel meer afstand van elkaar dan de anderhalve meter?!
Maar halleluja, de techniek staat voor niets, we zagen of spraken elkaar af en toe via zoom of een telefonisch pastoraat.
Zo bemoedigend hè, wanneer ook in eigen leven veel persoonlijk leed is en dominee je op plezierige afstand belooft bij God te brengen.
Dat zegt tenminste veel over zijn/haar emotionele betrokkenheid!
Aannemend dat dominee daarna in het stof van zijn consistorie de knieën buigt om voor me te bidden, ben ik en de andere overlevenden met mij, deze tijd nog betrekkelijk goed doorgekomen.

Verdrietig genoeg zijn er ontelbaar velen ons ontvallen, maar we danken God voor hun offervaardige houding in hun eentje dood te zijn gegaan, zodat ook zij ervoor gezorgd hebben dat ik zelf niet dood hoefde te gaan.
Hoefde ik dat mijn geliefden tenminste niet aan te doen me op ander halve meter afstand anderhalve meter diep in de zwarte grond te moeten zaaien.
Ik ben er daarom zeker van dat God nog een bedoeling met mijn leven heeft en Hij mij helpt zoveel mogelijk licht en liefde uit te stralen.
God is liefde en ik sta graag in Zijn dienst.

Net zoals ik dat in de livestream dominee ook hoorde doen, heb ik thuis God op mijn blote knieën gedankt voor het reddend vaccin.
We hebben het toch maar aan de farmacie en onze eigen gehoorzame onderdanigheid te danken dat we weer toestemming hebben op te mogen gaan naar naar s’Heren huis.
Kom ga met ons en doe als wij!
Op veilige afstand natuurlijk, ik buig nederig mijn hoofd netjes de op de grond uitgezette pijlen van de loop richting te volgen en luister naar de aanwijzingen van de Corona coaches.
Op die manier bereik ik veilig de voor mij gereserveerde stoel en beland God zij dank niet in net zo’n verwarrende situatie als Jozef en Maria, toen ze in de drukte van de menigte niet eens in de gaten hadden dat Jezus zoek was.
Logisch toch dat toen Maria haar zoon temidden van de Godsgeleerden terug vond, ze hem bestrafte voor het op dat moment niet volgzaam zijn aan zijn ouders?
Ik begrijp dat wel hoor, hij dacht als 12 jarige de dominees van toen even een lesje te leren!

Kun je je voorstellen hoe opgelucht ik ben dat ik mijn twee reddende prikken opgehaald heb.
Ik vond het door de oplopende cijfers van doden en schade voor het leven tengevolge van het door God gegeven vaccin best wel spannend, maar ben achteraf zo dankbaar dat ik nu volledig gevaccineerd ben!
Tegelijk zag het ook als een kans het ultieme offer voor mijn naaste te brengen, precies in navolging van Jezus!
Vandaar dat ik de fotograaf van de priklocatie als bewijs toestemming gegeven heb de foto’s meteen op alle mainstreaming te delen.
Zelf heb ik dat ook via mijn eigen Facebook en Whatsapp gedaan, dan weet iedereen meteen dat ik een veilig contact ben.
Maar ach, stel dat ik door middel van neven schade beproefd word, ik kan vandaag ook door een gele bus overreden worden.
Ik zeg maar zo: ‘mijn tijden zijn in Uw hand…’

In navolging van de ontwikkelingen in de steeds meer geopende maatschappij heb ik, terecht natuurlijk, met mijn Corona paspoort in de kerk meer vrijheid dan de weigeraars.
Zó ontroerend dat we de eerste keer weer kerk verwelkomd werden met het prachtige lied: ‘I’m no longer a slave of fear, I am a child of God’

Toch vind ik het moeilijk niet te oordelen over de vaccin weigeraars, God is immers liefde, maar degene die het maar over de eindtijd en het teken van het beest hebben, staan mijn net herwonnen vrijheid behoorlijk in de weg.
Je moet er toch niet aan denken dat die virus ontkenners mij alsnog besmetten en ik door hún eigenwijsheid evengoed nog dood ga?!
In principe hebben zij mij dan toch vermoord?

Ingewikkeld hoor, hoe moet ik daar nou mee omgaan?
Gelukkig denkt de kerk ook daarin mee!
Op advies van mij en andere gevaccineerde broeders en zusters zijn grote kuch schermen geplaatst waardoor de niet geprikten gescheiden gehouden kunnen worden van mij en, niet onbelangrijk, ook van onze fijne dominee.
Ik heb pas nog tegen zo’n weigeraar gezegd dat het nogal logisch is dat je binnenkort zonder de prik geen boodschappen meer kunt doen.
Kijk, laat dat maar even bezinken; een gewaarschuwd mens telt voor twee!
Kan niemand achteraf zeggen dat ze het niet geweten hebben toch…?

‘Ik ben de goede Herder; de goede herder geeft zijn leven voor de schapen. Maar de huurling en wie geen herder is, die de schapen niet tot eigendom heeft, ziet de wolf komen en laat de schapen in de steek en vlucht; en de wolf grijpt ze en drijft de schapen uiteen. En de huurling vlucht, omdat hij een huurling is en zich niet om de schapen bekommert.’

‭‭Johannes‬ ‭10:11-13‬ ‭HSV‬‬

https://www.bible.com/1990/jhn.10.11-13.hsv

Het is de schuld van die Wappies!

Hoewel ik graag geloof in het tegendeel is mijn ervaring dat degene die nog steeds geloven dat het om een virus gaat, met geen enkel argument of bewijs van het tegendeel, op andere gedachten te brengen zijn.
Er is nl. moed voor nodig toe te geven dat je jezelf de ogen dicht hebt laten naaien en je monddood hebt laten maken.
Het getuigt van lef te erkennen dat dat waarvoor de ‘wappies’ vanaf het begin waarschuwden, één voor één uitgekomen is.
De ‘wappies’ voorspelden tevens dat zíj uiteindelijk de schuld zouden krijgen van het falend overheidsbeleid en de oorzaak zouden zijn van het ‘noodzakelijk’ en buitenproprtioneel optreden van politie en ME.
Liever dan de ‘wappies’ bedanken voor hun strijd voor ook jóu vrijheid, was je liever je handen in onschuld kapot.
Want stel dat je erachter komt dat je met open ogen in de val van de leugen bent getrapt, dat je je blind en de mond gesnoerd hebt laten belazeren, dan moet je toegeven dat jezelf onderdeel geworden bent van het probleem.
Dat je medeverantwoordelijk bent voor het in stand houden van de leugen.
Dat je vrijwillig meewerkt aan het tot stand komen van een dictatuur.
Dat je pion geworden bent in een spel waarin niet jij maar de machtswellustelingen aan jou touwtjes trekken en daar zelf miljarden aan verdienen.

Maar toch zal ik nog één poging wagen;
Als het waar is dat de ‘wappies’ met hun door jou zinloos genoemde demonstraties de pandemie in stand houden, dan zouden er alleen al in Nederland miljoenen meer doden door het zogenaamde ‘killervirus’ te betreuren zijn.
Ze komen met soms duizenden samen, vermenigvuldig dat met de mensen waarmee ze in het dagelijks leven in aanraking komen en die mensen komen ook weer in aanraking met anderen.
Een keten van besmetting op besmetting toch?
Het tegendeel is waar, maar zoals gezegd, toegeven dat ze gelijk hadden getuigd van lef!
Tegen beter weten in blijven vastbijten in het gelijk van het ongelijk, laat zien dat je uiteindelijk doodsbang bent voor die ‘wappies’
Dat je je gemakkelijk bent gaan voelen bij de leugen in plaats van de leugen de schuld geven van je ongemakkelijk voelen bij de waarheid.

De jeugd van Urk.

Er is veel te doen over mijn geboorteplaats Urk.
Niet dat het ooit anders geweest is, Urk ligt altijd al onder een vergrootglas.
Wanneer je ‘an de walle’ verteld van Urk te komen ben je haast verzekerd zijn van de volgende twee vragen: ‘daar zijn toch zoveel kerken?’ en: ‘heb je nog paling?’
Mijn moeder antwoordde op het eerste steevast: ‘ja en die zitten op zondag allemaal vol!’
Op het tweede zei ze: ‘natuurlijk, die zwemmen op Urk gewoon door de straat.’

Om het geloof onder een vergrootglas liggen, hoeft zeker niet negatief te zijn, integendeel; niemand hoeft zich immers te schamen voor de blijde boodschap van redding door het bloed van Jezus Christus.
Toch ligt aan de opmerking over de vele kerken op Urk een negatieve inslag t.o.v. de kerk ten grondslag.
Niet alleen op Urk, maar wereldwijd.
Mijns inziens heeft de kerk dat voor het grootste deel aan zichzelf te danken.

Net zoals in het Oude Testament het volk Israël uitverkoren was de volken rondom jaloers te maken om het dienen van de enige ware God, zo is ook de kerk geroepen de wereld een goede God voor te stellen.
Een God die in Jezus Christus naar de aarde kwam om dat wat verloren is te redden van de dood.
Jammer genoeg is sinds de Verlichting de kerk steeds meer wereldgelijkvormig geworden.
Niet de kerk heeft de wereld verandert, de wereld heeft de kerk verandert.
In een poging de drempel te verlagen heeft de kerk zichzelf verlaagd tot het niveau waarin zonde geen zonde meer genoemd mag worden, of anderzijds als onmogelijke hoge standaard gesteld, de wetten en geboden strak na te moeten leven.
In beide gevallen heeft de noodzaak tot wedergeboorte, zoals Jezus dat in Johannes 3 de godsdienstleraar Nicodemus uitlegt, geen prioriteit meer.
Heeft dit tot gevolg dat de kerkbanken niet aan te slepen zijn?
Verre van dat, de kerk loopt leeg…

Terug naar deze tijd is het beleid van de afgelopen jaren mede oorzaak de gemeenteleden op te roepen onderdanig te zijn aan de overheid.
Als gevolg daarvan sloot de kerk haar deuren en liet niet alleen de kerkleden alleen achter, ook de wereld is daarmee volkomen aan haar lot overgelaten.
De meeste broers en zussen zullen het er niet mee eens zijn, maar waarom is dat?
Kan het zijn dat juist de wereldgelijkvormigheid en het wetticisme oorzaak is van de in mijn ogen ontzettend laffe houding van de kerk?
Onder het ‘liefdeskleed’ van naastenliefde heeft de keus tot onderdanigheid aan een goddeloze overheid desastreuze gevolgen gehad in het verloop van de crisis.

Had de kerk niet juist vanaf het begin op moeten staan en in haar positie van meer dan overwinnaar de onzichtbare vijand, het virus, een halt toe moeten roepen?

Juist omdat ik ontzettend verdriet heb om een kerk die haar heilige taak verzaakt heeft, begrijp ik des te meer de opstandigheid van de jeugd.
Zij staan tenminste nog op!
Zij laten wel hun stem horen!

Op de goede manier?
Zeker niet, het geweld waarmee dit gepaard gaat is niet goed te praten.
Maar waarom staat de kerk niet op tegen het geniepig geweld van een onzichtbare vijand, die er op uit is de wereld onder zijn voeten te vertrappen?
Waar zijn de voorgangers die vanuit profetisch inzicht de korte tijd die ons nog rest te benutten de wereld op te roepen zich te bekeren nu het nog kan?
In welke lege kerk staat de boodschap van onze naderende Bruidegom nog centraal?
Waarom hoor ik haast nooit een bemoediging je klaar te maken voor de aanstaande bruiloft met het Lam?

Heel de landelijke pers, de demissionaire regering en het volk spreekt schande over de rel(i)jeugd op Urk.
Maar is door de lauwheid en laffe onderdanigheid aan een goddeloos beleid de kerk niet medeverantwoordelijk, zoniet hoofdverantwoordelijk voor het ontsporen van de jeugd?

De krant vraagt in vetgedrukte koppen: ‘wat bezielt de jeugd van Urk?’
Ik beluister in hun opstandigheid alleen maar mijn eigen levenslange vraag;
‘Spreek mij van Jezus mijn Heiland,
k’hoor toch zo gaarne Zijn woord!
Nimmer heeft iets op deez’ aarde,
Ooit zoo mij t’harte bekoord.’

%d bloggers liken dit: